Onteigening nodig voor natuur

Onteigening moet vaker ingezet worden bij grondverwerving voor natuur. De aanleg van natuur gaat langzamer dan afgesproken. De noodzakelijke versnelling is mogelijk door grond te onteigenen en grondeigenaren daarvoor volledig schadeloos te stellen. Dat stelt de Raad voor het Landelijk Gebied in zijn advies ‘De mythologie van onteigening’.

Onteigening wordt veel toegepast voor woonwijken, bedrijventerreinen, wegen en spoorlijnen maar niet voor natuur. Vooral emotionele overwegingen houden onteigening voor natuur tegen. De feitelijke nadelen van onteigening zijn beperkt. De raad rekent in zijn advies af met de mythen dat onteigening nadelig is voor de landbouw, grondverwerving alleen maar vrijwillig mag, de grondprijs omhoog wordt gestuwd en de kosten van onteigening onbetaalbaar zijn.

De Onteigeningswet maakt behalve gerechtelijke onteigening ook samenwerking mogelijk tussen burgers en overheid om bij grondverwerving volledige schadeloosstelling te krijgen. Maar onteigening wordt vooral negatief geassocieerd met het afpakken van eigendom. Juist de mogelijkheid tot volledige schadeloosstelling wordt steeds belangrijker om de Ecologische Hoofdstructuur te realiseren. De raad adviseert bestuurders en volksvertegenwoordigers bij rijk en provincie de afweging tussen publieke en private belangen voor natuur net zo te maken als voor wonen, werken en infrastructuur. Bij ‘rode’ bestemmingen wordt het argument dat je mensen onteigening ’niet kunt aandoen’, niet vaak gehoord. De inzet van het onteigening voor natuur dient gebaseerd te worden op rationele overwegingen en niet op mythen.

Mythe over nadelen voor de landbouw

De landbouwsector kan juist gediend zijn met onteigening. Aankoop van nieuwe natuur is vaak belangrijk om gebieden definitief in te richten. Dat is nodig voor de ontwikkeling van de landbouwsector. Ook individuele bedrijven zijn vaak beter af met onteigening. De volledige schadeloosstelling biedt de mogelijkheid op een andere en betere plek verder te boeren.

Mythe over vrijwilligheid

De omstandigheden voor de natuur én voor de landbouw zijn sterk veranderd sinds de principeafspraak uit 1989 om alleen op basis van vrijwilligheid grond te verwerven. De natuur is verder achteruitgegaan en de landbouw heeft meer behoefte aan goed ingerichte productiegebieden. In die situatie wordt wachten tot grond vanzelf beschikbaar komt contraproductief. De toezegging van vrijwilligheid geeft wel een grote verplichting om de bestuurlijke afweging tussen privaat en publiek belang zorgvuldig te maken. Onteigening kan bij emotionele gehechtheid aan de locatie ingrijpend zijn voor de eigenaar.

Mythe over de invloed op de grondprijs

Met onteigening drijft de overheid de grondprijs niet op. Bij onteigening geeft de overheid niet meer dan de reguliere grondprijs. De extra vergoeding is de schadeloosstelling voor onder meer gederfde inkomsten en gebouwen. Het beeld dat de opbrengsten uit grondverkoop voor natuur elders in Nederland de grondprijzen opdrijven, klopt niet. De koopkracht van agrariërs op de grondmarkt komt voor 95% uit de verkoop van grond voor rode bestemmingen.

Mythe over de kosten van onteigening

Onteigening kost de overheid inderdaad meer geld. Als grondverwerving bijvoorbeeld voor de helft via onteigening verloopt, is jaarlijks € 22 miljoen meer nodig. Maar dat levert ook opbrengsten op. De economische ontwikkeling van gebieden kan doorgaan. Ook is het rendement groter van de huidige investeringen van de Europese Unie, de rijksoverheid en de provinciale overheid in onder meer verdrogingsbestrijding, milieumaatregelen en het beheer van natuurgebieden. Daaraan worden honderden miljoenen euro’s per jaar besteed. Dit geld wordt effectiever besteed door met onteigening de versnippering van natuurgebieden te verminderen.