Crisis maakt hervorming van het woningmarktbeleid des te meer nodig

De crisis gaat aan de woningmarkt niet voorbij: de woningbouw stokt, de doorstroming stagneert, veel consumenten maken pas op de plaats. De crisis versterkt de huidige mankementen van het stelsel en de onevenwichtigheden op de woningmarkt.
De crisis is geen reden om hervorming uit te stellen, maar juist een aansporing om deze weg in te slaan. Dit kan via een stap voor stap-aanpak. Met hervormingsbeleid zijn op langere termijn forse besparingen mogelijk in de overheidsuitgaven in het wonen. De raad waarschuwt echter voor de negatieve gevolgen van een kortzichtig bezuinigingsbeleid.

Dit schrijft de VROM-raad in zijn advies ‘Stap voor stap; naar hervorming van het woning-marktbeleid’ dat op 11 februari 2010 is aangeboden aan minister Van der Laan van Wonen Wijken en Integratie. Eerder schetste de VROM-raad een perspectief op een evenwichtige woningmarkt in het advies ‘Tijd voor keuzes. Perspectief op een woningmarkt in balans’ (oktober 2007).

Drie dingen zijn naar het oordeel van de VROM-raad nodig. Ten eerste moet de regering een toekomstvisie formuleren: dit geeft houvast voor de verschillende partijen op de woningmark. Ook dient een hervormingspad aangegeven te worden en zijn er maatregelen op de korte termijn nodig die gericht zijn op het verkleinen van de risico’s. Deze drie zaken liggen in elkaars verlengde. De raad bepleit veel meer flexibiliteit op de woningmarkt (in de program-mering van de nieuwbouw, in het woningaanbod) en een hogere mate van neutraliteit in de eigendomsvormen. Niet de overheid, maar de burger kiest voor huren of kopen. >

Als voorbeeld van een maatregel op de korte termijn die past in het hervormingstraject op de langere termijn noemt de VROM-raad de overdrachtsbelasting. Deze vormt een rem op verhuizen en kan geheel of gedeeltelijk afgeschaft worden. Dit kan gefinancierd worden door een begin te maken met aanpassingen in de fiscale behandeling van de eigenwoning (hypotheekrenteaftrek, eigenwoningforfait). Hierin moet veel meer het aflossen bevorderd worden. Tot op heden wordt vooral het lenen gestimuleerd.

In de gereguleerde huursector pleit de VROM-raad voor een goede verhouding tussen prijs en kwaliteit. Scheefheid in de huursector (hogere inkomensgroepen in goedkope huurwoningen) is een verschijnsel dat zich - op kleine schaal - voordoet. Bij een periodieke inkomenstoets voor sociale huurwoningen dreigt het gevaar van te veel regelgeving en uitvoeringskosten voor een kleine groep. Met welvaartsvolgend huurbeleid en meer gewicht voor omgevingskwaliteiten en de energetische kwaliteit van woningen in de huurprijs kan een meer marktgericht huurbeleid beslag krijgen.

De woningcorporaties kunnen met investeringen in de veelvoudige opgave (nieuwbouw, herstructurering, leefbaarheid, krimp) verschil maken. De VROM-raad kiest niet voor afromen van hun vermogens, maar voor het activeren ervan voor investeringen. Met een investerings-fonds dat gevoed wordt met bijdragen van corporaties en de opbrengst van de vennootschapsbelasting, kan, ook in tijden van crisis, gewerkt worden aan alle doelen van het woonbeleid.

De aanbevelingen in het advies moeten leiden tot een betere marktwerking binnen maatschappelijke en publiek geformuleerde kaders en een woningmarkt die evenwichtig, stabiel, doelmatig en rechtvaardig is. Hierbij is marktwerking een middel om maatschappelijke doelen te bereiken en geen doel op zich zelf. Overheidsoptreden moet niet alleen als marktverstoring worden gezien. 

Het kabinet heeft een ambtelijke heroverwegingswerkgroep Wonen ingesteld om bezuinigingen te vinden in het domein van het wonen. Besparingen in de sector wonen op het vlak van subsidies en fiscale steun zijn zeer wel mogelijk, maar de termijn waarop een en ander wordt gerealiseerd, let nauw. Met een stapsgewijze aanpak is besparing en herschik-king goed mogelijk. Gezien de crisis is het echter onverstandig om abrupte wijzigingen door te voeren. Voor het functioneren van de woningmarkt, de bouwnijverheid en de economie kan dit funest uitpakken en de weg naar hervorming juist blokkeren. Hervormingen kunnen alleen slagen als er voldoende ruimte is voor overgangsmaatregelen. Het vinden van middelen in de woonsector om de rijksbegroting te ontlasten, is een oefening in geduld.

Nadat voor de lange termijn een hervormingsplan is vastgesteld, kunnen die maatregen naar voren worden gehaald die de huidige crisis bestrijden en die de hervorming zichtbaar maken. Hiervoor heeft de raad enkele voorstellen gedaan (zoals flexibiliteit woningaanbod, overdrachtsbelasting, investeringsfonds). Met een dergelijke stap-voor-stap aanpak komen omvangrijke besparingen in de overheidsuitgaven in beeld.