Van wegwerpmaatschappij naar duurzame en circulaire productie en consumptie

Verwacht najaar 2023
Hoe kan Nederland, met gebruikmaking van Europese regelgeving, een omslag bewerkstelligen van wegwerpmaatschappij naar de productie en het gebruik van duurzame en circulaire consumptiegoederen?

Aanleiding en adviesvraag

Jaarlijks worden wereldwijd zo’n honderd miljard kledingstukken geproduceerd, waarvan het grootste deel binnen een jaar op de vuilnisbelt of in de verbrandingsoven ligt. Kleding is door de lage prijs en kwaliteit in de ogen van veel consumenten een wegwerpproduct geworden. De verkoop van kleding is in 15 jaar tijd gestegen met 60%. De kledingindustrie is inmiddels na de olie-industrie de vervuilendste ter wereld en veroorzaakt 10 procent van de wereldwijde CO₂-uitstoot.

Niet alleen voor kleding bewegen wij ons richting een wegwerpmaatschappij. Hetzelfde geldt voor woonaccessoires, meubels, witgoed, consumentenelektronica, et cetera. Net zo goed als een overhemd in de vuilnisbak belandt na een losse knoop, eindigt een stofzuiger bij het eerste defect bij het grofvuil. Veel producten zijn ook gemaakt voor eenmalig gebruik, zoals wegwerpbekertjes, verpakkingen en batterijen.

Deze trend is om meerdere redenen een slechte ontwikkeling. De productie van veel goederen gaat behalve met een grote uitstoot van CO₂, gepaard met aantasting van de biodiversiteit en vervuiling van bodem, lucht en water. Bovendien leidt het tot schaarste aan kritieke grondstoffen. Daarnaast kan concurrentie op zo goedkoop mogelijke productie leiden tot uitbuiting van arbeidskrachten.

Een groot deel van de productie van consumptiegoederen vindt plaats buiten de Europese Unie. De productieketens zijn lang, kennen vele schakels en strekken zich wereldwijd uit. Met name aan het begin van de ketens, in lagelonenlanden, gaat veel mis. Maar ook in de afdankfase gaat veel mis: een deel wordt verbrand, een deel wordt geëxporteerd naar lagelonenlanden. Weliswaar wordt in Nederland een deel van de grondstoffen gerecycled, maar het gaat daarbij vaak om laagwaardig hergebruik. Voor het sluiten van de kringlopen is veel meer nodig.

De Europese Commissie heeft met het voorstel voor onder meer de Ecodesign-verordening grote ambities. Maar het zal nog de nodige tijd kosten voordat deze en andere Europese regelgeving in werking treden. Een belangrijke vraag is welke stappen Nederland in de tussenliggende tijd kan nemen om in actie te komen tegen grondstoffen verspillende trends.

De centrale vraag van het advies luidt:

Hoe kan Nederland, met gebruikmaking van Europese regelgeving, een omslag bewerkstelligen van wegwerpmaatschappij naar de productie en het gebruik van duurzame en circulaire consumptiegoederen? Welke interventies zijn daarvoor nodig?

Het advies richt zich specifiek op drie goederenstromen: fast fashion, accu’s en batterijen in consumentenelektronica en meubels. Deze staan model voor de brede trend naar meer en goedkopere producten, waarbij elke goederenstroom zijn eigen kenmerken, successen en uitdagingen heeft.

Op basis van deze aanpak van onderop willen we tot meer algemene uitspraken komen over interventies die de trend van steeds meer grondstoffenverbruik in combinatie met een korte levensduur van producten, ombuigen naar producten met een hogere kwaliteit, een langere levensduur en hoogwaardig hergebruik. Welke interventies kan de Nederlandse overheid daarvoor op korte termijn inzetten en wat betekent dat voor producenten, consumenten en Nederlands beleid?

Planning

Publicatie van het advies wordt verwacht in het najaar 2023.

Samenstelling raadscommissie

André van der Zande, voorzitter raadscommissie en raadslid
Jeanet van Antwerpen, raadslid

Externe commissieleden:
Anne-Marie Rakhorst, duurzaamheid.nl
Jan Jonker, em. hoogleraar duurzaam ondernemen, Radboud Universiteit Nijmegen

Informatie of reactie: 

Voor meer informatie over het advies of uw reactie kunt u contact opnemen met de projectleider Bas Waterhout, bas.waterhout@rli.nl  06 21178802.