Rli start advies over plaats en toekomst van het woningcorporatiestelsel

Woningcorporaties verhuren relatief goedkope woningen aan enkele miljoenen huishoudens. Aan welke maatschappelijke opgaven kunnen en moeten corporaties in de komende decennia efficiënt en effectief bijdragen? Wat zijn hierbij de benodigde randvoorwaarden? De Rli is gestart met een advies over de plaats en toekomst van het woningcorporatiestelsel.

Foto van twee bewoners die de stoep aanvegen voor hun huis

Aanleiding voor het advies is dat woningcorporaties worden gezien als een vehikel om diverse beleidsdoelstellingen te realiseren. Dit speelt onder andere bij het tegengaan van het steeds verder oplopende woningtekort, het beperken van de stijgende prijzen van het wonen en het verduurzamen van de woningvoorraad om de klimaatdoelstellingen behalen. Maar woningcorporaties worden ook gezien als oplossing voor de huisvesting van kwetsbare mensen die behoefte hebben aan zorg, van dak- en thuislozen en als oplossing voor stabiele woonomgevingen waar mensen elkaar hulp kunnen bieden. En terwijl al deze maatschappelijke wensen worden geformuleerd is er argwaan richting de corporaties, omdat er in het verleden excessen zijn geweest van zeer risicovol en soms strafbaar gedrag van corporaties, omdat de waarde van het vastgoed enorm is en omdat er een grote autonomie bestaat bij het nemen van (investerings)beslissingen. De Rli constateert dat de omvang en maatschappelijke betekenis van de woningcorporaties groot is, maar dat het onduidelijk is aan welke wensen en verwachtingen ze de komende decennia moeten voldoen en wat de benodigde randvoorwaarden daarvoor zijn.
Centraal in het advies staat de vraag: welke rol kunnen en moeten woningcorporaties spelen om te voorzien in maatschappelijke behoeften in een veranderende woningmarkt? Welke organisatievorm, regelgeving en (financiële) spelregels passen daarbij?

De Rli verwacht het advies in het najaar van 2021 uit te brengen.

Lees meer over het advies ‘Plaats en toekomst van het woningcorporatiestelsel’

Voor meer informatie over het advies kunt u contact opnemen met Douwe Wielenga, projectleider: douwe.wielenga@rli.nl of 06 21 24 08 09.