Het platteland dreigt te verdwijnen!

Het platteland dreigt geleidelijk te verdwijnen als tegenhanger van de stad. Dat is ongewenst. Tegelijk groeit de belangstelling van burgers voor het platteland. Mensen willen er natuur en landschap beleven, recreëren of wonen. Daarom moet de overheid zorg dragen voor behoud en ontwikkeling van dat platteland. Rijk, provincies en gemeenten hebben daarbij een eigen taak. De minister van LNV heeft de rol van minister voor het landelijk gebied. Dit zijn enkele conclusies uit het advies 'Voor boeren, burgers en buitenlui' dat de Raad voor het Landelijk Gebied op 15 augustus heeft uitgebracht aan minister Veerman van LNV.

Ontwikkeling op platteland is geleidelijk, maar ingrijpend

De Raad voor het Landelijk Gebied constateert in zijn advies dat op het platteland een geleidelijke, maar ingrijpende ontwikkeling gaande is: voedselproductie maakt steeds meer plaats voor wonen, werken, natuur en recreatie. Het platteland - van oudsher de tegenhanger van de stad - dreigt hierdoor te verdwijnen, zowel in ruimtelijke als in sociaal-culturele zin. Ruimtelijk uit zich dit in versnippering en verrommeling. In sociaal-culturele zin ontstaat een wereld van beleving, waarin activiteiten los komen te staan van hun historische, sociale en culturele verband.

Diversiteit in wensen vraagt zorg van de overheid

De wensen van de moderne burger over het platteland zijn divers en tegenstrijdig en wisselen snel: de 'zappende' burger / consument wil zowel veilig voedsel, rust, stilte en natuur als intensieve recreatie en wonen op het platteland. Rode draad in die wensen is echter wel dat het platteland zélf, met zijn verscheidenheid en identiteit, behouden moet blijven. Daarom moet de overheid zorgdragen voor behoud en ontwikkeling van dat platteland, zowel in ruimtelijke, economische als in sociaal-culturele zin. Als dat niet met de juiste inzet en instrumenten gebeurt, dan verdwijnt het platteland!

Platteland met vitale landbouw is belangrijk voor iedereen

De samenleving wenst een platteland voor iedereen met een divers aanbod aan belevings- en gebruiksfuncties. Maar dat platteland moet wél vitaal zijn en functioneren. Landbouw mag in de maatschappij op waardering blijven rekenen en moet een belangrijke rol blijven spelen. Naast ruimte voor voedsel-productie is er ook - vooral rond de steden - ruimte nodig voor wonen, recreatie en natuur. Die ruimte hoeft echter niet veel groter te zijn dan nu al in plannen is aangegeven: de wens van de burger naar een platteland zonder landbouw is niet oneindig. Niet alleen boeren, ook bewoners van het landelijk gebied en stedelingen hebben daarom belang bij een vitale bedrijfsmatige landbouw: 'the best entertainment is real life'. Er is maar heel beperkt plaats voor 'agromonumenten' naast natuurmonumenten.

Een sociale en culturele agenda voor het platteland is nodig

Rijk, provincies en gemeenten hebben een eigen en helder afgebakende taak bij het behoud en de ontwikkeling van het platteland. Daarbij geeft het rijk kaders aan en stelt gericht financiën beschikbaar voor rijksprioriteiten. Provincies en gemeenten moeten regisseren en uitvoeren en daarvoor veel meer beleidsruimte krijgen dan tot dusver. Maatschappelijke organisaties moeten een grotere rol krijgen bij de invulling en de uitvoering van het beleid. Op alle overheids-niveaus moet een meer integraal beleid worden gevoerd. In beleid en uitvoering komen de ruimtelijke, economische en ecologische kanten van het platteland momenteel volop aan bod, maar voor de sociaal-culturele kant is nog een inhaalslag nodig. De raad vindt dat hiervoor een aparte sociale en culturele agenda voor het landelijk gebied moet worden opgesteld. De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij moet de rol van minister voor het landelijk gebied op zich nemen en - met een gebiedsgerichte aanpak - het voortouw nemen bij behoud en ontwikkeling van het platteland als ruimtelijke, economische, sociale en culturele eenheid. Alleen zo kan ook in de toekomst een sterk en divers platteland blijven bestaan.