Nota Ruimte: koers goed maar zorgen over de uitwerking

De VROM-raad onderschrijft de koers die in de Nota Ruimte wordt gekozen: selectief  beleid op nationaal niveau, decentralisatie en versterking van de positie van het middenbestuur, versterken van samenhang in beleid en de oriëntatie op ontwikkelingsplanologie.
De koers die is ingezet verdient waardering, evenals de richting waarvoor gekozen is. Er is echter nog veel onduidelijk en onvoldoende concreet. Om kans op succes te vergroten en risico’s te beperken adviseert de raad daarom het volgende:

Ruimtelijke Hoofdstructuur

Het is goed dat er keuzen worden gemaakt op hoofdlijnen, maar zorg dan ook dat de hoofdstructuur in ieder geval op orde komt. Op enkele punten maakt de raad zich grote zorgen. De raad acht de kans reëel aanwezig dat de bereikbaarheidsproblematiek en de problemen in de grote steden groter zullen worden, dat we onvoldoende anticiperen op de waterproblematiek en die daarmee op termijn nog moeilijker beheersbaar maken, dat het beleid voor de nationale landschappen en het overig landelijk gebied zo zwak is dat we geen vitaal en aantrekkelijk platteland krijgen, maar een verarmd en rommelig landelijk gebied.

Borg ruimtelijke kwaliteit

De Nota geeft meer vrijheden aan lagere overheden en geeft meer ruimte aan particulier initiatief. De raad onderschrijft het belang daarvan. Bij deze vrijheid hoort naar de mening van de raad echter wel een helder toetsingskader. Dat ontbreekt vrijwel. De raad vraagt, met andere woorden, om de borging van kwaliteit in de uitvoering van het beleid beter te verzekeren.

Beperk het risico op toenemende bestuurlijke onduidelijkheid en vervlechting

De Nota streeft ernaar de rol van lagere overheden te versterken en meer samenhang mogelijk te maken op regionaal niveau. Ook hier wordt een goede koers gekozen.  De verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk, provincie en gemeente is echter geen eenvoudige zaak. In veel gevallen is gezamenlijke verantwoordelijkheid evident. De raad verwacht een grote bestuurlijke drukte voordat de nieuwe bestuurlijke verhoudingen zijn uitgekristalliseerd.

Schep voorwaarden voor ontwikkelingsplanologie

De Nota legt een grote verantwoordelijkheid bij lagere overheden, met name provincies. Op zich een goede ontwikkeling. Het ontbreekt de lagere overheden echter aan financieel en juridisch instrumentarium. Veel expertise die van lagere overheden wordt verwacht, mag niet overal vanzelfsprekend beschikbaar worden geacht.

Het is goed dat de kansen voor ontwikkelingsplanologie worden benut en gemeenten en provincies de ruimte krijgen. De ontwikkeling van het benodigde instrumentarium moet dan echter wel op korte termijn gestalte krijgen. Ten slotte is van belang dat het wegnemen van schaarste aan bouwmogelijkheden het genereren van middelen via verevening bemoeilijkt. Alleen al om deze reden is terughoudendheid van belang.

Ontwikkel en benut ook het historisch kapitaal

De aandacht voor economische ontwikkeling en het verruimen van mogelijkheden om te bouwen is terecht, maar eenzijdig. Met het verruimen van de mogelijkheden om te bouwen kan aan een aantal maatschappelijke wensen tegemoet worden gekomen en kan het landschap verrijkt worden. Tegelijkertijd bestaat het risico dat deze nota later de geschiedenis in zal gaan als de nota waarmee Nederland afscheid nam van zijn historisch gegroeide landschap, en daarmee ook van een belangrijk economisch potentieel. Zorg dat buiten bouwen zorgvuldig wordt gedaan conform het advies Buiten Bouwen en versterk het instrumentarium voor de nationale landschappen.

Bewaak ontwikkelingen en stimuleer kwaliteit

Verruimen van mogelijkheden voor gemeenten en provincies om in spelen op wensen ten aanzien van wonen en werken is goed. Het risico bestaat echter dat bijvoorbeeld de cyclisch optredende overschotten en tekorten voor kantoren en kantoorlocaties en bedrijfsterreinen wordt versterkt, dat er verdere ruimtelijke segregatie van hogere en lagere inkomensgroepen optreedt met verzwakking van de beoogde vitale steden als gevolg of dat er onvoldoende kwaliteit in het landelijk gebied ontstaat. Vanwege de risico’s die gepaard gaan met dit beleid is een goed monitoringsysteem essentieel.