De Raad voor de Wadden, de Raad voor Verkeer en Waterstaat, de VROM-raad, en de Raad voor het Landelijk Gebied, bepleiten een programmatische aanpak om het economisch potentieel van de zee op een duurzame manier te benutten. Het huidige beleid dat hoofdzakelijk gericht is op beperking van schade (visserijbeleid, scheepvaart, milieubeleid) staat een dergelijke duurzame ontwikkeling in de weg. Wat nodig is, is een ambitieuze overheid die actief en doelgericht aanstuurt op het identificeren en benutten van mogelijkheden. Dit staat te lezen in een gezamenlijk advies dat de vier raden vandaag aan het kabinet hebben gezonden.
Achtergrondinformatie
De raden willen met het advies een bijdrage leveren aan het Nederlandse standpunt
over het Groenboek Maritiem Beleid van de Europese Commissie. De raden hebben
de hoofdlijnen van het advies al eerder kenbaar gemaakt aan de ambtelijke
werkgroep die het Nederlandse standpunt voorbereidde. Het kabinet heeft zodoende
de visie van de raden bij het afgelopen vrijdag in de ministerraad vastgestelde
Nederlandse standpunt kunnen betrekken.
De Europese Commissie wil een Europees Maritiem Beleid ontwikkelen waarmee het
potentieel van de Europese oceanen en zeeën zich optimaal en duurzaam kan
ontwikkelen. Dat beleid moet zorgen voor de juiste balans tussen economische, sociale en milieuaspecten.
De Raad voor de Wadden, de Raad voor Verkeer en Waterstaat, de VROM-raad en de Raad voor het Landelijk Gebied achten dit een haalbare opgave. Daarvoor is dan wel een ingrijpende beleidsvernieuwing noodzakelijk, voor Nederland en voor Europa. Ontwikkelingen zullen ten eerste moeten aansluiten bij de werking van het zeesysteem. De dynamiek van de zee kan kansen bieden voor nieuwe economische ontwikkelingen maar stelt daar ook beperkingen aan. Ten tweede moeten de betrokken overheden kiezen voor een offensieve benadering. De overheid dient ruimte te creëren voor en sturing te geven aan de ontwikkeling van het maritieme en mariene potentieel. Dat vraagt om een ambitieuze overheid. Voor de duurzame ontwikkeling van de oceanen en zeeën is meer nodig dan een overheid die zich richt op toetsing en toelating van activiteiten.
De raden zijn van mening dat regionale verschillen tussen zeesystemen gerespecteerd dienen te worden. De ontwikkelingsgerichte benadering zal daarom op regionaal niveau, door alle betrokken staten gezamenlijk, uitgewerkt dienen te worden. De raden zien hierbij voor de EU een belangrijke rol, die bestaat uit:
- de formulering van een strategisch kader waarin een ontwikkelingsgerichte en op het integrale systeem gebaseerde benadering wordt uitgewerkt;
- de vaststelling van een richtlijn waarin regionale uitwerking en implementatie van integrale maritieme programma’s op grond van het strategisch kader wordt voorgeschreven;
- de ontwikkeling van sturingsinstrumenten die toegepast kunnen worden bij een ontwikkelingsgerichte benadering.
Voor een offensief, ontwikkelingsgericht beleid is ook meer samenwerking nodig tussen de directoraten-generaal van de Europese Commissie, zodat de noodzakelijke integratie van Europese regels en beleidslijnen die van toepassing zijn op mariene en maritieme aangelegenheden tot stand kan worden gebracht.