Raad voor de Wadden wil geen harde natuurgrenzen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft de Raad voor de Wadden gevraagd te adviseren over het instellen van natuurgrenzen in het Waddengebied. De zogenaamde natuurgrens is destijds door de Commissie Meijer geïntroduceerd en is toegepast bij de besluitvorming over de gaswinning onder de Waddenzee. Natuurgrenzen zijn grenzen die door de natuur aan het menselijk gebruik worden gesteld, en geen grenzen die aan de natuur worden gesteld. De Raad heeft verschillende belangengroeperingen, ondernemers en wetenschappers uitgenodigd om hun oordeel hierover te geven. De behoefte aan harde natuurgrenzen bleek bij niemand aanwezig. In zijn advies stelt de Raad voor om, in plaats van een harde natuurgrens, een veiligheidsmarge te hanteren bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van (nieuwe) activiteiten in de Waddenzee.

Dynamische Waddenzee

De Waddenzee is een zeer dynamisch ecosysteem dat continue aan verandering onderhevig is. Dit maakt het stellen van harde grenzen moeilijk. Daarnaast zegt de natuurwetenschap dat er nog veel onduidelijkheden zijn over het functioneren van het waddenecosysteem, waardoor een zekere veiligheidsmarge in acht moet worden genomen bij het toelaten van activiteiten in het gebied. Het bedrijfsleven vraagt echter om duidelijke regels om de bedrijfszekerheid en – continuïteit te kunnen borgen. Vanuit ecologisch perspectief moeten natuurgrenzen voldoende ruimte bieden voor bescherming, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden.

Natuurgrenzen als veiligheidstraject

De Raad adviseert om de natuurgrens als een bandbreedte te beschouwen, waarbinnen de effecten van activiteiten op de waddennatuur onzeker zijn. Als effecten van activiteiten zich binnen deze onzekerheidsbandbreedte begeven, moet de initiatiefnemer maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat effecten weer in het veilige traject terechtkomen. Hiermee wordt op een verantwoorde manier omgegaan met de onvermijdelijke onzekerheden die er zijn bij de bepaling van effecten van activiteiten op het ecosysteem. Door deze voorgestelde bandbreedte van duidelijke grenzen te voorzien, wordt de gewenste duidelijkheid voor het bedrijfsleven verschaft én tegelijkertijd de vanuit natuurbelang gewenste veiligheidsmarge ingebouwd om te voorkomen dat er schade wordt berokkend aan de natuurwaarden van de Waddenzee. Binnen de bandbreedte kan ook veilig de ruimte worden geboden voor innovaties, experimenten en adaptief beheer waardoor de kennis over het ecosysteem vergroot wordt. De grenzen zullen periodiek moeten worden herzien op basis van nieuwe inzichten, of op basis van gewijzigde omstandigheden.

Onderzoek

De Raad stelt ook dat de overheid verantwoordelijk is voor de kennisopbouw rond de basisfuncties van het waddenecosysteem. Deze kennis moet vervolgens vrij toegankelijk te zijn voor iedereen. Natuurgrenzen worden in hoge mate bepaald door maatschappelijke en politieke opvattingen. Daarom zal volgens de Raad ook het nodige socio-economische onderzoek in het Waddengebied plaats moeten vinden. Doordat de Waddenzee ecologisch gezien een eenheid vormt, moet het door de drie Waddenzeelanden als een eenheid worden beheerd. Verder onderzoek naar de mogelijkheden tot invoering van een stelsel van natuurgrenzen moet volgens de Raad vanaf dit moment dan ook samen met de Duitse en Deense overheden worden uitgevoerd.