Noodzaak hervorming woonbeleid breed gedeeld

De noodzaak voor hervorming van het woonbeleid wordt breed gedeeld. Dit blijkt uit de overwegend positieve reacties op het advies van de VROM-raad over de woningmarkt van enige maanden geleden. Organisaties op het brede terrein van het wonen zien het advies als een goede basis om met de minister in gesprek te gaan over aanpassing van het woonbeleid. Het onderwerp verdient een hoge plaats op de maatschappelijke en politieke agenda. Dit heeft de VROM-raad vorige week in een brief aan minister Vogelaar laten weten.

Na het verschijnen van het advies ‘Tijd voor keuzes. Perspectief op een woningmarkt in balans’ op 17 oktober 2007 is de VROM-raad in debat gegaan met verschillende maatschappelijke belangenorganisaties op het gebied van het wonen. Deze consultatieronde heeft duidelijk gemaakt dat de analyse van de VROM-raad van de problemen op de woningmarkt breed wordt gedeeld. Alle partijen beschouwen de problemen op de woningmark als urgent en benadrukken de noodzaak om snel tot oplossingen te komen. Wat betreft de voorgestelde oplossingen zijn er op onderdelen wel verschillen van inzicht. In de brief aan minister Vogelaar (20 maart jl.) schetst de raad de punten van consensus en van debat.

Consensus bestaat er in ieder geval over het volgende:

  • De woningmarkt in Nederland functioneert niet goed. Dit is een serieus maatschappelijk probleem dat dringend om een oplossing vraagt. Het is voor een groot deel terug te voeren tot de slechte afstemming tussen de vraag naar woningen en het aanbod ervan. Voor een betere balans op de markt zijn er hervormingen nodig aan de vraagzijde en aan de aanbodzijde.
  • De overheid dient te zorgen voor een goed functionerende woningmarkt waarbij het bieden van meer keuzemogelijkheden voor de burger centraal staat. Het betreft keuzes in aantal, in kwaliteit, in woonmilieu en in eigendomsvorm.
  • Het huidige systeem van vraagondersteuning is niet effectief. Een meer gerichte vorm van vraagondersteuning is daarom gewenst. De hypotheekrenteaftrek en de huurtoeslag moeten volgens de meeste partijen worden omgevormd tot een woontoeslag die zich alleen op lagere inkomensgroepen richt. Een aantal partijen willen wel een aanpassing van het systeem maar geen volledige afschaffing van de hypotheekrenteaftrek. Dit vereist wel een geleidelijk en goed doordacht overgangstraject.
  • De rijksoverheid moet als marktmeester de algemene kaders vastleggen, waarbinnen gemeenten, woningcorporaties en marktpartijen opereren. De invulling van het woonbeleid moet dan ook voor een belangrijk deel op lokaal niveau worden vormgegeven, waarbij de woonconsumenten een belangrijke rol spelen.

Op basis van de vele reacties concludeert de VROM-raad dat in ieder geval de volgende onderwerpen nader onderzoek en maatschappelijk debat vragen:

  • De voorgestelde gelijkwaardige behandeling van huren en kopen door de overheid.
  • De uitwerking en vormgeving van een meer gerichte vorm van vraagondersteuning.
  • Het uitstippelen van een transitietraject met daarbij oog voor volgorde en snelheid van de aanpassingen.

In zijn brief adviseert de VROM-raad de minister gebruik te maken van de brede maatschappelijke consensus. Aan de minster beveelt hij een beleids- en onderzoeksagenda aan. Het advies ‘Tijd voor keuzes’ en de resultaten van de consultatie bieden een goede basis voor het maken van keuzes voor beleid op basis van onderzoek en overleg met de maatschappelijke partners. Gezien de urgentie van de woningmarktproblematiek dient hiermee zo snel mogelijk gestart te worden, zodat - zoals de minister zelf al heeft aangegeven - ‘de komende jaren geen verloren jaren hoeven te zijn’.