Windturbines passen niet in open Waddenlandschap

De Raad voor de Wadden vindt plaatsing van windturbines nabij de Waddenzee een aantasting van het unieke open landschap van de Waddenzee. De Raad voor de Wadden schrijft dit in zijn advies dat vandaag is uitgebracht op verzoek van Minister Cramer van VROM. Mocht wel tot extra plaatsing van windturbines in het gebied worden besloten, dan is dit alleen in de nabijheid van bestaande industriële bebouwing acceptabel.

Vier locaties

Op grond van het huidige Waddenbeleid wordt de plaatsing van windturbines van geval tot geval beoordeeld. De Raad voor de Wadden meent dat windturbines bouwwerken zijn en adviseert het beleid voor nieuwe bebouwing (in de pkb) ook voor windturbines te laten gelden. Concreet betekent dit dat plaatsing van windturbines alleen kan nabij havengerelateerde en stedelijke bebouwing in Den Helder, Harlingen, Delfzijl en de Eemshaven. Daarbij geldt volgens de Raad dat ze moeten passen bij de bestaande skyline. Ook het effect op de vogels en eventuele verstoring van trekroutes moet worden meegenomen in de afwegingen.

Verdere criteria

Aanvullend op de locatie van de windturbines gelden voor de Raad een aantal criteria ten aanzien van plaatsing en ontwerp. De Raad vindt dat eventuele windturbines zoveel mogelijk geclusterd geplaatst moeten worden. Tegelijkertijd moet de sanering van verouderde kleinere windturbines in het Waddengebied gestimuleerd worden. De Raad vindt het niet nodig om windturbines voor onbepaalde tijd te laten staan, maar dat er na afloop van de technische of de economische levensduur een verplichting moet gelden de turbines op te ruimen. Daarnaast vindt de Raad het belangrijk dat windturbineparken innovatief worden ontworpen, zodat ze goed in het landschap passen.

Belevingsonderzoek

De Raad adviseert te onderzoeken hoe mensen verschillende landschappen beleven. De uitkomst van het onderzoek kan helpen bij het beantwoorden van de vraag in welke landschappen windturbines het beste geplaatst kunnen worden.