In de Nederlandse ruimtelijke ordening ontbreekt het momenteel aan inspirerende en mobiliserende beelden voor de manier waarop stad en land op elkaar worden afgestemd. Beiden staan met de rug naar elkaar toe, met een verrommeling van het overgangsgebied als gevolg. In zijn advies stelt de raad voor om het gedachtegoed van een duurzame ontwikkeling in te zetten voor een betere ruimtelijke planning van stad en land in onderling verband. Duurzame ontwikkeling moet dan wel breed en op regionale schaal worden toegepast. Dat is momenteel niet het geval. De aandacht in duurzaamheidsinitiatieven beperkt zich in Nederland nog in hoofdzaak tot ecologische aspecten, met een focus op klimaat- en energiedoelstellingen en duurzaam bouwen. Ook richt de aandacht zich te vaak op gebouw- of wijkniveau. Aandacht voor het regionale niveau ontbreekt. Dit schiet tekort, concludeert de raad. Door ecologische, economische en sociaal-culturele belangen op regionale schaal beter met elkaar in verband te brengen, kunnen ze elkaar versterken in plaats van in de weg zitten. Dit leidt tot een effectievere aanpak van de verstedelijkingsopgave. Zo kunnen er slimmere combinaties van wonen, werken en recreëren ontwikkeld worden, bijvoorbeeld door een koppeling van aantrekkelijke vestigingslocaties voor bedrijven aan economisch minder aantrekkelijke projecten, zoals bedrijfsverplaatsing en natuurontwikkeling.
Gangbare methoden in de ruimtelijke ordening, zoals de sinds de jaren negentig veelvuldig gekozen lagenbenadering, leiden niet vanzelfsprekend tot de meest duurzame ruimtelijke inrichting. De VROM-raad pleit ervoor om de verduurzaming centraal te stellen in de ruimtelijke ordening. De raad stelt daarom een benadering voor waarbij naast plekken (ruimtelijke functies) ook stromen (de verplaatsing van mensen, goederen, energie et cetera) in hun onderlinge samenhang vanaf de start van het planningsproces worden meegenomen.
Via een achttal aanbevelingen schetst de VROM-raad een route naar een betere aanpak. De raad adviseert overheden op alle niveaus het beleid nadrukkelijk vanuit het perspectief van duurzame ontwikkeling te formuleren. De invoering van een duurzaamheidsparagraaf bij ruimtelijke plannen kan dit stimuleren. Op nationaal niveau adviseert de raad tot het formuleren van een inspirerende visie waarbij het Rijk op ten minste drie onderwerpen een duidelijke keuze zal moeten maken: energie, duurzame mobiliteit en bovenregionale ruimtelijke kwaliteit. Op regionaal niveau adviseert de raad de duurzame verstedelijkingsopgave te vertalen in een aantal scherp gekozen regiospecifieke thema’s. Daarnaast zijn kennisontwikkeling en een andere financieringswijze essentieel voor het realiseren van een duurzame verstedelijking. Om dit verder uit te werken stelt de raad voor om een commissie in te stellen die zich gaat buigen over een stimuleringsprogramma duurzame verstedelijking in Nederland. Deze aanpak moet de Nederlandse ruimtelijke ordening internationaal weer toonaangevend maken.