De Rli constateert dat de rijksoverheid sinds het schrappen van het landschapsbeleid geen duidelijke rol speelt als het gaat om de kwaliteit van het Nederlandse landschap. Landschap wordt bovendien teveel beschouwd als een sectoraal belang, waarbij behoud en bescherming van het bestaande voorop staan. De ruimtelijke veranderingen die nodig zijn voor de grote duurzaamheidsopgaven bieden volgens de raad juist volop kansen voor nieuwe waardevolle landschappen. Daarom bepleit de raad om de transitie naar een duurzame samenleving te benutten om waardevol landschap te creëren. Omgekeerd zal er tegen die transitie veel weerstand zijn als er voor het landschap onvoldoende aandacht is. De raad stelt voor om bewoners en bezoekers van het unieke Nederlandse landschap bij deze transitie veel meer te betrekken.
De raad adviseert om in het omgevingsbeleid vast te leggen dat zowel op nationale schaal als in regio’s op deze manier op de kwaliteit van het landschap wordt gestuurd. Dit betekent in de praktijk dat overheden bij het opstellen van omgevingsvisies en bij het uitwerken van sectorplannen over bijvoorbeeld de water- of energieopgave moeten starten met open gesprekken met bewoners over de verandering van het landschap. Zij beschikken immers over unieke kennis van en ervaring met het landschap. De raad ziet geen reden om de verhoudingen tussen overheden te veranderen: iedereen die ruimtelijke veranderingen teweeg wil brengen moet zijn zorgplicht voor het landschap invullen.
Bij het tot stand brengen van dit advies heeft de raad ter inspiratie in twee gebieden gesproken met bewoners over de waarden die ze verbinden aan het landschap van de toekomst. Daarnaast heeft de raad tien ontwerpbureaus en onderwijsinstellingen uitgedaagd hun visie op de toekomst van het Nederlandse landschap 2070 te geven. Ze vormden een belangrijke inspiratiebron voor dit advies. De resultaten zijn beschikbaar via de website (www.rli.nl).