Reactie op deel 3 van de Vijfde Nota: 'Ja, mits…'

De Raad voor het Landelijk Gebied adviseert de Tweede Kamer de Vijfde Nota te vereenvoudigen en in de uitvoering het landelijk gebied meer aandacht te geven. De raad vindt dat er in de Vijfde Nota te veel verschillende nieuwe soorten gebieden worden geïntroduceerd. Het is niet helder wat precies de verschillen zijn en welke verschillende regels er gelden.

De raad pleit daarom voor het beperken van het aantal gebiedscategorieën en voor het verhelderen en vereenvoudigen van de verschillende wettelijke regels voor de natuurgebieden. Het onderscheid tussen de nieuwe gebiedscategorieën 'nationale' en 'provinciale' landschappen kan volgens de raad vervallen. De raad geeft ook in overweging deze nieuwe begrippen helemaal niet te introduceren maar de bestaande en goed ingeburgerde term 'waardevolle agrarische cultuurlandschappen' (WCL) te blijven gebruiken.

Samenvatting

Door het tweede Kabinet-Kok werd eind 2001 deel drie van de Vijfde Nota op de Ruimtelijke Ordening aan het parlement toegezonden. De Raad voor het Landelijk Gebied heeft op 20 februari 2002 in het briefadvies ‘Reactie op deel 3 van de Vijfde Nota: ‘Ja, mits…’’ aan de Tweede Kamer aangegeven dat deze Vijfde Nota een aantal belangrijke positieve punten bevat die in elk geval behouden zouden moeten worden. Daarbij doelde de raad onder andere op de erkenning van de eigen betekenis van het landelijk gebied, de centrale positie van het landschap en de nadruk op het gebiedsgericht beleid. De raad adviseerde ook om de nota op een aantal punten te verbeteren. Voorbeelden daarvan zijn het langdurig volhouden en consequent uitvoeren van eenmaal ingezet ruimtelijk beleid, een duidelijker en eenvoudiger beschermingsregime voor gebieden binnen de groene contour, het meer aandacht geven aan bottom-up processen en het hanteren van kwaliteitsverbetering als voorwaarde voor het uitvoeren van grote projecten in het landelijk gebied. Doordat de besluitvorming over de Vijfde Nota door het toenmalige kabinet niet werd afgerond is nog niet duidelijk in hoeverre deze suggesties van de raad zullen doorwerken in het ruimtelijk beleid.