Bouwstenen voor de toekomstvisie landbouw

Op 13 september 2005 presenteerde minister Veerman (LNV) zijn visie op de toekomst van de Nederlandse agrosector met als titel 'Kiezen voor landbouw'. Bij de behandeling van de beleidsnota Agenda Vitaal Platteland in het najaar van 2004 had de Tweede Kamer de minister om een dergelijke visie gevraagd. De aanleiding daarvoor was de zorg van de Kamer over de toekomst van de landbouw. De inkomens staan in bijna alle sectoren van de landbouw onder druk en het aantal landbouwbedrijven is de afgelopen jaren zeer snel terug gelopen. Overigens wijzen recente cijfers op een afvlakking van het tempo van deze daling.

In zijn aanbiedingsbrief bij de visie onderstreept de minister het belang van de landbouw: als voedselproducent, vormgever aan bijna 70% van het Nederlands grondoppervlak, in internationaal perspectief gezien als een van de meest concurrerende sectoren van Nederland en werkgever aan circa tien procent van de beroepsbevolking. De raad heeft op eigen initiatief een aantal bouwstenen geleverd voor de visie van de minister.

Samenvatting

Op 13 september 2005 presenteerde minister Veerman (LNV) zijn visie op de toekomst van de Nederlandse agrosector met als titel 'Kiezen voor landbouw'. Bij de behandeling van de beleidsnota Agenda Vitaal Platteland in het najaar van 2004 had de Tweede Kamer de minister om een dergelijke visie gevraagd. De aanleiding daarvoor was de zorg van de Kamer over de toekomst van de landbouw. De inkomens staan in bijna alle sectoren van de landbouw onder druk en het aantal landbouwbedrijven is de afgelopen jaren zeer snel terug gelopen. Overigens wijzen recente cijfers op een afvlakking van het tempo van deze daling. In zijn aanbiedingsbrief bij de visie onderstreept de minister het belang van de landbouw: als voedselproducent, vormgever aan bijna 70% van het Nederlands grondoppervlak, in internationaal perspectief gezien als een van de meest concurrerende sectoren van Nederland en werkgever aan circa tien procent van de beroepsbevolking. De Raad voor het Landelijk Gebied heeft op eigen initiatief een aantal bouwstenen geleverd voor de visie van de minister.

De eerste bouwsteen beschrijft een aantal essentiële uitgangspunten van een visie op de toekomst van de landbouw. De raad ziet als eerste uitgangspunt het belang van het versterken van de verbinding van de landbouw met de samenleving en als tweede de verbinding met de fysieke en de sociale omgeving; dit naast de noodzakelijke verbinding met de markt en de ketenpartners. Het derde uitgangspunt dat de raad aanreikt is het belang van een goede afstemming tussen de bestuurlijke niveaus, van Brussel tot het lokale niveau. Het beleid op de nationale en provinciale niveaus zal vooral de verbinding moeten leggen tussen het Europese en het lokale niveau. Het sectorgerichte beleid van het ministerie van LNV maakt immers deel uit van het geheel van overheidsoptreden waarmee ondernemers te maken hebben.

De tweede bouwsteen bevat een aantal noties en aanbevelingen met betrekking tot het ondernemerschap. De raad wijst daarbij op de economische, sociale en culturele verbanden en netwerken waarbinnen het ondernemerschap wordt uitgeoefend. De overheid kan hierin vooral een faciliterende en stimulerende rol spelen. Voor deze bouwsteen is een workshop gehouden met ondernemers, vertegenwoordigers van kennisinstellingen en beleidsmakers over de kenmerken van goed ondernemerschap en hoe dat kan worden ontwikkeld en ondersteund. De raad bepleit daarbij onder meer een betere aansluiting van het beleid van het ministerie van LNV bij het algemene ondernemersbeleid van het ministerie van Economische Zaken.

De derde bouwsteen gaat in op het perspectief van Groene Diensten voor agrarische ondernemers. De raad constateert dat particulieren, bedrijven en lagere overheden slechts in beperkte mate effectieve vraag uitoefenen naar Groene Diensten. Naar het oordeel van de raad is de maatschappelijke behoefte aan Groene Diensten groter en kan de effectieve vraag gestimuleerd worden door het creëren van de juiste condities. De raad geeft daarom vier aanbevelingen: stimuleer de private markt, bied een financieringsstructuur voor Groene Diensten, maak het interpretatiekader van de toets op staatssteun transparanter voor alle betrokkenen en koppel de vergoeding voor Groene Diensten los van de (ondersteuning van) primaire productie. Dit sluit aan bij een advies dat de raad al in 2002 heeft uitgebracht en dat mede heeft geleid tot een aantal pilootprojecten voor Groene Diensten.

De vierde bouwsteen is het verslag van een gezamenlijke conferentie 'Zicht op visie' op 7 april met de VROM-raad.

Reactie en doorwerking

Op 6 juli heeft de minister van LNV het advies ‘Bouwstenen voor de toekomstvisie landbouw’ van de raad ontvangen. Minister Veerman haalt in zijn visierapport 'Kiezen voor landbouw' één aanbeveling van de raad met instemming aan, namelijk het belang van een goede communicatie over de Brusselse beleidskaders. De raad wordt voorts in algemene zin dank gezegd voor zijn constructieve opmerkingen. In de visie van de minister komt de denklijn van de eerste bouwsteen volop aan de orde: het leggen van de verbinding met de samenleving, met de omgeving en met de markt. De raad ziet in de visie van de minister ook zijn aanbeveling terug om een zwaar accent te leggen op het ontwikkelen van het ondernemerschap en om de eigen verantwoordelijkheid van de ondernemer voor zijn toekomst te benadrukken.