Reactie op het Actieprogramma Ruimte en Cultuur

Complexe adviesaanvragen overschrijden de grenzen van het beleidsveld van het ministerie van LNV en raken daarmee het werkveld en deskundigheid van andere adviesraden. De raad kijkt over deze grenzen heen en streeft naar een adequate samenwerking met andere adviesraden. De voorzitters van de adviesraden komen jaarlijks bijeen en wisselen onder andere informatie uit over werkprogramma's. Ook de algemeen secretarissen komen eens per kwartaal samen om ervaringen uit te wisselen en lopende zaken te bespreken.

Samenvatting

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de Raad voor Cultuur op 20 december 2004 verzocht advies uit te brengen over de concept-versie van het Actieprogramma Ruimte en Cultuur en daarbij de VROM-raad en de Raad voor het Landelijk Gebied (RLG) te betrekken. Deze bijdrage van de Raad voor het Landelijk Gebied wordt opgenomen in het advies van de Raad voor Cultuur over het Actieprogramma.

De raden hebben het advies ‘Reactie op het Actieprograma Ruimte en Cultuur’ in maart 2005 gepubliceerd.

Bijdrage Raad voor het Landelijk Gebied

De staatssecretaris heeft gevraagd in te gaan op de volgende onderdelen van het Actieprogramma:

  • De continuïteit van het architectuur- en belvedèrebeleid: de verbinding tussen het huidige en daaraan voorafgaande beleid.
  • De consistentie van het geformuleerde beleid: vormen de motieven, de analyse en geformuleerde opgaven een logische basis voor de geformuleerde opties?
  • Dragen de voorgenomen (rijks-)inspanningen bij aan het concreet versterken van de culturele dimensie in actuele ruimtelijke vraagstukken?

De RLG besteedt in deze bijdrage gezien de beperkt beschikbare tijd vooral aandacht aan het derde onderdeel dat betrekking heeft op de effectiviteit van het Actieprogramma.

In algemene zin is de raad van mening dat continuering van het Architectuur- en Belvedèrebeleid nodig is als bijdrage aan kwaliteitsverbetering van het landelijk gebied. Het geformuleerde beleid kan veel consistenter worden als duidelijk wordt aangegeven wie in voorkomende gevallen de probleemeigenaar is en wat de doelen zijn die het Rijk en de andere overheden met het geformuleerde beleid worden nagestreefd. Als aan deze voorwaarden is voldaan en een werkbare afstemming met de overige overheden kan worden bereikt, zullen de Rijksinspanningen in het kader van het architectuur- en Belvederebeleid zeker bijdragen aan het versterken van de culturele dimensie in actuele ruimtelijke vraagstukken. De raad beschouwt het Actieprogramma als één van de uitwerkingen van het beleid dat gericht is op ontwikkelingen met kwaliteit. Het Actieprogramma kan niet de enige uitwerking zijn van ontwikkelen met kwaliteit.

De raad meent dat een Actieprogramma Ruimte en Cultuur alleen een grote bijdrage kan leveren als:

  • de uitwerking van ontwikkelen met kwaliteit niet, zoals nu het geval is, beperkt wordt tot het Actieprogramma;
  • alle departementen en andere overheden meer en explicieter verantwoordelijkheid voor kwaliteit nemen;
  • de doorwerking van specifieke en sectorale projecten naar generiek en integraal beleid beter wordt georganiseerd en gegarandeerd;
  • meer ingezet wordt op het onderdeel ‘kennis en praktische ondersteuning';
  • architectuur- en erfgoedinstellingen vraaggericht kunnen werken;
  • het proces voor kwaliteitsbepaling geborgd wordt.