Het Interprovinciaal Overleg (IPO) heeft de Raad voor het Landelijk Gebied advies gevraagd over de (nieuwe) regierol van provincies bij gebiedsontwikkeling. De aanleiding voor deze aanvraag is de start van de nieuwe wet op de inrichting van het landelijk gebied (WILG) in januari 2007.
Deze nieuwe wet ondersteunt de decentralisering van taken van het Rijk naar de provincies. Hierdoor krijgen provincies meer taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Dit betekent ook dat provincies beter moeten nadenken over de sturing van complexe problemen in het landelijk gebied. Zij worden door andere partijen veelal gezien als regisseur van gebiedsontwikkelingen.
Het Interprovinciaal Overleg (IPO) heeft de Raad voor het Landelijk Gebied advies gevraagd over de (nieuwe) regierol van provincies bij gebiedsontwikkeling. De aanleiding voor deze aanvraag is de start van de nieuwe wet op de inrichting van het landelijk gebied (WILG) in januari 2007. Deze nieuwe wet ondersteunt de decentralisering van taken van het Rijk naar de provincies. Hierdoor krijgen provincies meer taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Dit betekent ook dat provincies beter moeten nadenken over de sturing van complexe problemen in het landelijk gebied. Zij worden door andere partijen veelal gezien als regisseur van gebiedsontwikkelingen.
De centrale conclusie is dat gebiedsontwikkeling een goed instrumentarium is om samenhangende complexe problemen met een hoge urgentie in een gebied aan te pakken. Om dat met succes te kunnen, wordt veel van de provincie gevraagd. Zo moeten de provincies goed weten waaraan ze beginnen, aangezien gebiedsontwikkeling risicovol is, veel competenties vraagt en niet voor elke opgave en gebied geschikt is. Verder constateert de raad dat de provincie de partners in het gebied aan de voorkant van het proces moet verbinden door het stellen van gezamenlijke doelen, kaders en in procesarchitectuur.
Een ander aspect dat bij gebiedsontwikkeling aandacht vereist, is het samenspel tussen beleid, bestuur en politiek. De raad adviseert bestuurders en ambtenaren, die betrokken zijn bij gebiedsontwikkeling, energie te steken in het duale samenspel tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten. Gebiedsontwikkeling vraagt om een overheid die risico’s durft te nemen. Dat past in de kaderstellende rol van de provincies, maar roept onherroepelijk spanning op met de controlerende rol van de provincies. Wat betreft het proces vindt de raad dat provincies koers moeten houden op resultaat. Gebiedsontwikkeling is een langlopend proces, onderhevig aan continue veranderingen, waarin onvermijdelijk stagnaties voorkomen. Accepteer niet dat het proces stil valt. Blijf als provincie nadrukkelijk betrokken bij de uitvoering, want daar worden uiteindelijk de doelen gerealiseerd.
De raad heeft het advies ‘Achter open deuren’ in juni 2007 gepresenteerd aan de commissie Landelijk Gebied van het IPO. Om het advies meer impact te geven is de raad direct na het uitbrengen van het advies gestart met een gespreksronde langs de provincies. Een film op DVD over gebiedsontwikkeling, die de raad heeft laten maken is integraal onderdeel van het advies, diende als kick off van de gesprekken. Op basis van de reacties uit deze bijeenkomsten overweegt de raad nog een verslag met aanbevelingen te schrijven gericht aan de minister van LNV.
Reactie
In een brief aan de tweede Kamer (oktober 2007) reageert minister Verburg, mede namens het Interprovinciaal Overleg (IPO) op het advies van de raad. In haar reactie haakt de minister aan op de diverse initiatieven die door provincies en IPO zijn genomen zoals De Praktijkacademie voor gebiedsontwikkeling en bestuurlijke intervisie waarin veel van de aanbevelingen al meegenomen zijn. Samen met het IPO en de provincies neemt zij de aanbeveling ter harte dat zij de komende jaren moet blijven investeren om de uitvoeringsvrijheid die mogelijk is met de Wet inrichting landelijk gebied (WILG) en het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) daadwerkelijk gestalte te geven. Het rijk heeft door de ingezette decentralisatie een ondersteunende rol gekregen, die is vastgelegd in WILG en bekrachtigd in de bestuursovereenkomsten ILG. Hierbij zijn concrete afspraken gemaakt over de inzet van het departement. De provincies zijn zelf ook hard aan de slag om in te spelen op hun nieuwe regierol bij gebiedsontwikkeling. Zij passen hun organisaties aan o.a. om verkokering tegen te gaan, beter projectmatig in gebiedsontwikkeling te werken. Het rijk draagt bij aan het faciliteren van de opbouw en uitwisseling van kennis voor gebiedsprocessen. In 2008 zal de minister een kennisnetwerk veelzijdig en vitaal platteland instellen dat verbindend moet werken met bestaande projecten. Tevens zal er via de onderzoeksprogrammering van het ministerie en het groene onderwijs aandacht worden geschonken aan regionale kennisvraagstukken.