De mythologie van onteigening

De constatering dat het instrument onteigening niet wordt ingezet voor natuur terwijl de realisatie van de Ecologisch Hoofdstructuur achterblijft, was aanleiding voor het ongevraagd advies ‘De mythologie van onteigening’.Onteigening wordt veel toegepast voor woonwijken, bedrijventerreinen, wegen en spoorlijnen maar niet voor natuur. Vooral emotionele overwegingen houden onteigening voor natuur tegen. De feitelijke nadelen van onteigening zijn beperkt.

De raad rekent in zijn advies af met de mythen dat onteigening nadelig is voor de landbouw, grondverwerving alleen maar vrijwillig mag, de grondprijs omhoog wordt gestuwd en de kosten van onteigening onbetaalbaar zijn.

Samenvatting

De Raad voor het Landelijk Gebied heeft op eigen initiatief het advies, getiteld 'De mythologie van onteigening', uitgebracht over de inzet van onteigening voor de realisatie van de Ecologisch Hoofdstructuur. De raad constateert dat het instrument onteigening niet wordt ingezet voor natuur terwijl de realisatie van de Ecologisch Hoofdstructuur achterblijft.

Onteigening wordt veel toegepast voor woonwijken, bedrijventerreinen, wegen en spoorlijnen maar niet voor natuur. Vooral emotionele overwegingen houden onteigening voor natuur tegen. De feitelijke nadelen van onteigening zijn beperkt. De raad rekent in zijn advies af met de mythen dat onteigening nadelig is voor de landbouw, grondverwerving alleen maar vrijwillig mag, de grondprijs omhoog wordt gestuwd en de kosten van onteigening onbetaalbaar zijn.

De Onteigeningswet maakt behalve gerechtelijke onteigening ook samenwerking mogelijk tussen burgers en overheid om bij grondverwerving volledige schadeloosstelling te krijgen. Maar onteigening wordt vooral negatief geassocieerd met het afpakken van eigendom. Juist de mogelijkheid tot volledige schadeloosstelling wordt steeds belangrijker om de Ecologische Hoofdstructuur te realiseren. De raad adviseert bestuurders en volksvertegenwoordigers bij rijk en provincie de afweging tussen publieke en private belangen voor natuur net zo te maken als voor wonen, werken en infrastructuur. Bij 'rode' bestemmingen wordt het argument dat je mensen onteigening 'niet kunt aandoen', niet vaak gehoord. De inzet van het onteigening voor natuur dient gebaseerd te worden op rationele overwegingen en niet op mythen.

Reactie

Het advies is op 24 januari 2008 aangeboden aan de directeur-generaal mevrouw Wouters van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de heer Rüpp, voorzitter Interprovinciaal Overleg Adviescommissie Landelijk Gebied. De heren Brink (LTO Nederland) en Wams (Vereniging Natuurmonumenten) reageerden op het advies. De heer Brink gaf aan dat LTO onteigening soms gerechtvaardigd wordt geacht, ook voor natuur. Wel wordt onteigening gezien als paardenmiddel. Het zou beter zijn de gebiedsprocessen te verbeteren.

De heer Wams gaf aan dat een ruimhartiger inzet van het onteigeningsinstrumentarium ten behoeve van de EHS uiteindelijk zowel in het belang van de natuur als de agrarische sector is. Daarbij is relevant dat in de praktijk het overgrote deel van de onteigening op minnelijke wijze plaats vindt. Mevrouw Wouters acht het advies belangrijke input voor het beleid. Met name de stelling dat de overheid voor rood niet anders moet handelen dan voor natuur is interessant. Het advies draagt eraan bij dat de discussie over onteigening op basis van feiten kan worden gevoerd. De heer Rüpp stelde dat onteigening, als laatst in te zetten instrument, belangrijk kan zijn om verplaatsing van agrarische bedrijven mogelijk te maken. Daarbij zal soms meer nodig zijn dan de bovengrens van 10% onteigening die in het Investeringsbudget Landelijk Gebied is opgenomen. Het advies helpt de discussie, ook in IPO-verband.