Het megabedrijf gewogen

Op verzoek van de Tweede Kamer hebben de Raad voor het Landelijk Gebied (RLG) het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP), de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een analyse gemaakt van de gevolgen van de bouw van megastallen voor zowel het dierenwelzijn en de dierengezondheid en als de volksgezondheid en de inpassing in het landschap. De Raad voor het Landelijk Gebied is van mening, dat het platteland ruimte moet bieden voor vestiging van megabedrijven voor varkens en pluimvee, gekoppeld aan extra eisen op het gebied van duurzaamheid. Deze hebben betrekking op inpassing in de omgeving, emissies, transport, diergezondheid en dierwelzijn. Megabedrijven moeten op het gebied van emissiebeperking aan de hoogste normen voldoen door toepassing van de best beschikbare technieken zoals gecombineerde luchtwassers.

De raad acht vestiging van een megabedrijf in een reconstructiegebied alleen mogelijk in goed ontsloten landbouwontwikkelingsgebieden als het bedrijf daarbij goed wordt ingepast in het landschap. De prestaties van het megabedrijf hangen sterk samen met goed management, een hoge gezondheidsstatus en de aanwezigheid van vakbekwaam personeel.Ten slotte is transparantie van de bedrijfsvoering richting burgers essentieel voor de beeldvorming over megabedrijven in de intensieve veehouderij.

Samenvatting

Op verzoek van de Tweede Kamer hebben de Raad voor het Landelijk Gebied (RLG) het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP), de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een analyse gemaakt van de gevolgen van de bouw van megastallen voor zowel het dierenwelzijn en de dierengezondheid als de volksgezondheid en de inpassing in het landschap.

De vier organisaties zien megabedrijven als een volgende stap in de voortgaande schaalvergroting. De kansen en bedreigingen die megabedrijven met zich meebrengen moeten integraal worden benaderd, voor wat betreft ruimtelijke inpassing, milieu, dierenwelzijn, diergezondheid en volksgezondheid. Aandachtspunten bij de opzet van megabedrijven zijn daarbij een gesloten bedrijfsvoering, minimum afstanden tussen bedrijven, luchtwassing, mestverwerking en inpassing in het landschap. Bovenal hangen de prestaties van het megabedrijf sterk samen met goed management, een hoge gezondheidsstatus en de aanwezigheid van vakbekwaam personeel.Ten slotte is transparantie van de bedrijfsvoering richting burgers essentieel voor de beeldvorming over megabedrijven in de intensieve veehouderij.

De Raad voor het Landelijk Gebied is van mening, dat het platteland ruimte moet bieden voor vestiging van megabedrijven voor varkens en pluimvee, gekoppeld aan extra eisen op het gebied van duurzaamheid. Deze hebben betrekking op inpassing in de omgeving, emissies, transport, diergezondheid en dierenwelzijn. Megabedrijven moeten op het gebied van emissiebeperking aan de hoogste normen voldoen door toepassing van de best beschikbare technieken zoals gecombineerde luchtwassers. De raad acht vestiging van een megabedrijf in een reconstructiegebied alleen mogelijk in goed ontsloten landbouwontwikkelingsgebieden als het bedrijf daarbij goed wordt ingepast in het landschap.

Reactie

Op 12 februari 2008 is het gezamenlijke rapport ‘Het megabedrijf gewogen’ van de vier organisaties aangeboden aan de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Na de aanbieding gaf minister Verburg van LNV aan blij te zijn met de adviezen en rapporten over megastallen. Ze beschouwt deze als contragewicht tegen alle emoties die megabedrijven opwekken. Naar haar mening zijn nu de feiten helder in kaart gebracht. Ook meent ze dat de rapportages gemeenten en provincies in staat stellen besluiten te nemen op basis van gewogen argumenten.