Kaders zo helder als water

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de raad gevraagd te adviseren over de spanning tussen de vraag naar zoet water en de verzilting van de Delta en de organisatie van het gebiedsproces. In zijn advies ‘Kaders zo helder als water’ stelt de raad de organisatie van het gebiedsproces centraal. De raad vindt het in dit geval niet zijn taak een inhoudelijke oplossing te kiezen, de betrokkenen moeten zelf tot een oplossing komen.

In het advies constateert de raad dat het ministerie van LNV teleurgesteld is in het gebiedsproces omdat de eigen probleemstelling (wat betekent de klimaatproblematiek voor de zoetwatersituatie) en ingebrachte informatie zeer beperkt in de discussie zijn meegenomen. Om dit te voorkomen, zullen overheden met bovenregionale belangen naar de mening van de raad actiever in het gebiedsproces moeten participeren en daarbij vooraf hun randvoorwaarden moeten formuleren. De zoetwaterproblematiek moet benaderd worden als onderdeel van de maatschappelijke keuzes over de ontwikkeling van het gebied in zijn geheel, met al zijn (maatschappelijke) functies waaronder wonen, werken, recreëren en natuur. De opgave voor het gebied hangt af van de mate en snelheid van verzilting in de Delta. Over de mate en snelheid van verzilting dienen eerst op nationaal niveau keuzen gemaakt te worden, uitgaande van de klimaatproblematiek.

Samenvatting

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de raad gevraagd te adviseren over de spanning tussen de vraag naar zoet water en de verzilting van de Delta en de organisatie van het gebiedsproces. In zijn advies 'Kaders zo helder als water' stelt de raad de organisatie van het gebiedsproces centraal. De raad vindt het in dit geval niet zijn taak een inhoudelijke oplossing te kiezen, de betrokkenen moeten zelf tot een oplossing komen. Voor de raad was dit onderwerp ook een case voor de invulling van 'centraal wat moet'.

In het advies constateert de raad dat het ministerie van LNV teleurgesteld is in het gebiedsproces omdat de eigen probleemstelling (wat betekent de klimaatproblematiek voor de zoetwatersituatie) en ingebrachte informatie zeer beperkt in de discussie zijn meegenomen. Om dit te voorkomen, zullen overheden met bovenregionale belangen naar de mening van de raad actiever in het gebiedsproces moeten participeren en daarbij vooraf hun randvoorwaarden moeten formuleren. De zoetwaterproblematiek moet benaderd worden als onderdeel van de maatschappelijke keuzes over de ontwikkeling van het gebied in zijn geheel, met al zijn (maatschappelijke) functies waaronder wonen, werken, recreëren en natuur. De opgave voor het gebied hangt af van de mate en snelheid van verzilting in de Delta. Over de mate en snelheid van verzilting dienen eerst op nationaal niveau keuzen gemaakt te worden, uitgaande van de klimaatproblematiek. Hier ligt een taak voor de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

Vanwege de te verwachten structurele zoetwatertekorten als gevolg van klimaatverandering dient de huidige verdeelsleutel over de waterregio's in Nederland tijdig te worden herijkt. Voor St.Philipsland en Tholen is een concrete maatregel voorgesteld: zoetwateraanvoer via een buis (siphon) onder de Schelde-Rijn-verbinding en verdere ontwikkeling van een waterdistributiesysteem. Deze oplossing dient naar de mening van de raad te worden getoetst aan de uitgangspunten voor behoorlijk bestuur.

Reactie

Tijdens de voorbereiding van het advies zijn verkregen inzichten al beschikbaar gesteld aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Bij het opzetten van nieuw gebiedsprocessen in de Delta is daar gebruik van gemaakt. Op 5 maart 2008 is het rapport aan minister Verburg van LNV en aan de staatssecretaris mevrouw Huizinga van V&W aangeboden.