Ondernemend in groen

Er zijn talrijke rapporten en onderzoeken waaruit blijkt dat de waarde van groen algemeen wordt onderschreven en dat er goede plannen zijn voor uitbreiding en bescherming van natuur en landschap. Uit de analyses en onderzoeksrapporten blijkt echter keer op keer dat de realisatie van groen achterblijft bij de ambities. Het gaat niet goed. De oorzaken worden algemeen onderkend en zijn vele malen benoemd. De lage prioriteit van groen op de politieke agenda en geringe opbrengstpotentie van groen zijn hierin steeds terugkerende elementen. Maar gaat het nu echt allemaal zo slecht rondom de ontwikkeling van groen? Deze vraag moet ontkennend worden beantwoord.

De Raad voor het Landelijk Gebied is op eigen initiatief op zoek gegaan naar voorbeelden van succesvolle arrangementen voor de ontwikkeling en/of het beheer van groen in de woonomgeving. En al snel blijkt dat er veel goede voorbeelden te vinden zijn. In de praktijk blijkt dat groen juist wél succesvol tot stand kan komen met inbreng van private partijen en betrokkenheid van burgers. Het kan dus wel, maar hoe dan? Wat zijn de arrangementen die zich in de praktijk hebben bewezen of op het punt staan zich te gaan bewijzen?

Samenvatting

De Raad voor het Landelijk Gebied constateert dat veel rapporten en onderzoeken de waarde van groen onderschrijven. Ook zijn er veel goede plannen voor uitbreiding en bescherming van natuur en landschap. Maar analyses en rapporten laten ook steeds weer zien dat de realisatie van groen achterblijft bij de ambities. Dit is het gevolg van de lage prioriteit van groen op de (lokale) politieke agenda en de geringe opbrengstpotentie. Toch zijn er ook voorbeelden van succesvolle arrangementen voor de ontwikkeling en het beheer van groen in de woonomgeving. Het blijkt dat groen juist wél succesvol tot stand kan komen met inbreng van private partijen en betrokkenheid van burgers. De raad heeft de randvoorwaarden voor die successen bestudeerd en beschreven in zijn advies 'ondernemend in groen'.

Private partijen redeneren vanuit het eigen welbegrepen commercieel belang. Zij realiseren groen wanneer daar echt geld mee te verdienen valt. Zij vinden groen traditioneel iets van de overheid, terwijl zij dat ook zelf uitstekend zouden kunnen doen. Groen is niet langer een zaak van overheden alleen, maar dan moeten deze het ook aan private partijen vragen. Overheden moeten private partijen uitdagen, verleiden en hen de goede vragen stellen. De raad acht het dan ook gewenst, dat overheden zich ontwikkelen tot professionele opdrachtgevers. Hij adviseert de ministeries van LNV en VROM te investeren in vergroting van de kennis op het gebied van financiële regelingen en constructies ten aanzien van aanleg van groenvoorzieningen (cursussen, kennisinfrastructuur). Deze kennis is al voorhanden maar wordt door een groot aantal overheden nog niet gekend en toegepast.

Groen is niet de ultieme oplossing voor de 40 Krachtwijken, maar kan wel een bijdrage leveren aan de leefbaarheid, gezondheid en sociale cohesie. De raad adviseert corporaties, verenigingen van eigenaren en gemeenten samen na te gaan in hoeverre beheersarrangementen en betrokkenheid van bewoners opties zijn. Daarbij moeten deze partijen bewoners uitdagen en verleiden om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Om bewoners meer te betrekken zou je ze mede-eigenaar van de openbare ruimte kunnen maken. Ook acht de raad het denkbaar dat bewoners een bijdrage aan het groenbeheer leveren via de servicekosten die in de huur zitten. Waarom wel betalen voor het schoonmaken van het portiek en niet voor het parkje voor de deur? Verenigingen Van Eigenaren kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.

Reactie

Op 14 maart 2008 is het advies aangeboden aan minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De minister heeft officiëel nog niet gereageerd. Ambtelijk is door SG van der Zande van het ministerie van LNV aangegeven dat dit advies interessante innovatieve elementen bevat die nader onderzoek naar arrangementen met private partijen en betrokkenheid van burgers zinvol maakt.