Rond de tafel

Ons voedsel kent een enorme diversiteit en is nog nooit zo veilig geweest. Toch is er veel maatschappelijk debat over voedsel. Bijvoorbeeld over duurzame productiewijzen of fair trade. Ook overgewicht en obesitas zijn punten van discussie; beide hebben grote maatschappelijke gevolgen. Een ander probleem is dat voedsel niet meer zichtbaar is voor mensen. Men weet nauwelijks nog waar de melk of groente vandaan komt. Tenslotte zijn er berichten over inflatie als gevolg van stijgende voedselprijzen. "Hebben we nog genoeg te eten in tijden van crisis of bij calamiteiten in de energievoorziening?" Dit is geen absurde vraag meer. Kortom, voedselkwaliteit is een veelvormig beleidsterrein.

Op verzoek van het ministerie van LNV heeft de raad geadviseerd over over voedselkwaliteit. De centrale boodschap uit het advies ‘Rond de tafel’ is dat er in het rijksbeleid voor voedselkwaliteit meer ruimte moet komen voor de positie van burgers.

Samenvatting

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de Raad voor het Landelijk Gebied gevraagd stimulerende denkrichtingen en concepten voor het beleidsterrein 'voedselkwaliteit' aan te reiken. De raad stelt in zijn advies 'Rond de tafel' dat voedselkwaliteit bij uitstek een terrein is om burgers te laten participeren in de beleidsontwikkeling.

Voedselkwaliteit is meer dan voedselveiligheid. Het gaat ook om duurzame productiewijzen zoals omgaan met dierenwelzijn, milieu, natuur evenals om smaak, versheid, authenticiteit etc. Diversiteit is een wezenlijk kenmerk van de Nederlandse samenleving en ook van de voedselvoorziening. Burgers zijn nauw betrokken bij voedselkwaliteit en hebben een sleutelpositie om deze in al zijn diversiteit in stand te houden.

Als aandachtspunten heeft de raad geformuleerd:

  • Stel het perspectief van burgers centraal. Het voedselveiligheids- en gezondheidsdiscours van de overheid sluit niet aan bij het perspectief van veel burgers op voedselkwaliteit dat veel meer door diversiteit wordt bepaald.
  • De stem van burgers zou beter hoorbaar moeten zijn. Geef burgers meer invloed in het beleidsproces voor voedselkwaliteit. Dit wordt belemmerd door een te sterke nadruk op normstelling.
  • De discussie over voedselbeleid vindt plaats in de marktsfeer. Laat sociaal-culturele waarden niet zonder meer aan 'de markt' over. Sociaal-culturele waarden rondom voedsel zoals samen en goed eten blijven daardoor buiten beeld van de overheid.
  • Het 'keten-denken' (van grond tot mond) is dominant. Ga uit van 'webdenken' en bepaal pro-actief de eigen rol in het web. Initiatieven van burgers om kwetsbare waarden rondom voedsel te beschermen laten zien dat het koppelen van verschillende waarden een praktische route kan zijn.
  • Plaats de voedselvoorziening op de agenda. Dit is nodig gezien de grote onderlinge afhankelijkheid van internationale grondstoffen- en energieleveranciers, waarvan burgers zich veelal niet bewust zijn.

De raad concludeert dat een integraal beleid voor voedselkwaliteit ontwikkeld zou moeten worden op basis van een lopend maatschappelijk debat, waarin de waarden, belangen en behoeften van burgers centraal staan. Gedacht moet worden aan een brede betrokkenheid vanuit marktpartijen, kennisinstellingen en publieke instellingen zoals scholen, ziekenhuizen en maatschappelijke organisaties. Bij de totstandkoming van het advies heeft de raad gebruik gemaakt van een tiental essays uit verschillende hoeken van de samenleving. Een concept van het advies is besproken met de auteurs tijdens een diner pensant.

Op 22 mei 2008 is het advies aangeboden aan minister Verburg van LNV. De aanbieding heeft plaats plaatsgevonden bij Stadslandgoed De Kemphaan in Almere. De minister heeft bij de presentatie toegezegd de aanbevelingen te benutten bij de beleidsontwikkeling over 'voedsel en consument'. Op deze dag zijn debatten gevoerd onder het motto 'naar een sleutelpositie van burgers'. De resultaten zijn als onderdeel van het advies aan de minister van LNV nagezonden.