Briefadvies Wadden en Klimaat

In 2008 is het rapport van de Tweede Deltacommissie verschenen over de bescherming van Nederland tegen de gevolgen van klimaatverandering. Naar aanleiding hiervan heeft de Raad voor de Wadden een briefadvies uitgebracht aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, met daarin een aanzet tot verdere uitwerking van het rapport voor het Waddengebied. Geadviseerd wordt het advies mee te nemen bij de implementatie van het 'Deltarapport' in het Nationaal Waterplan.

Tot 2050 lijkt het voortbestaan van het huidige karakter van de Waddenzee gewaarborgd. Om voor de langere termijn een goed afwogen keuze te kunnen maken ten aanzien van het laten meegroeien van de Waddenzee met de zeespiegelstijging, adviseert de Raad nu reeds te starten met grootschalig onderzoek en lange-termijn monitoring ten aanzien van sedimenttransport en zandsuppleties.

Vastelandskust

De Raad adviseert om voor Noord-Nederland de mogelijkheden en kansen van realisatie van brede, onbezwijkbare dijken te onderzoeken. De lokale uitgangssituatie, met betrekking tot bijvoorbeeld bedrijvigheid, cultuurhistorische objecten, bevolkingsdichtheid of de buitendijkse morfologie, zou bepalend moeten zijn voor de keuze om de ruimte hiervoor landwaarts dan wel zeewaarts te zoeken. Ook secundaire keringen of slaperdijken kunnen een bijdrage leveren aan het voldoen aan de veiligheidsnormen.

Over de daadwerkelijke bijdrage die kwelders kunnen leveren aan het beschermingsniveau van het achterland is nog onduidelijkheid, doordat er nog onzekerheden bestaan over de bijdrage bij hoge waterstanden en het permanente karakter van de bijdrage. Tevens zal een uitbreiding van het kwelderareaal leiden tot een achteruitgang van het areaal hoge wadplaten en diens natuurwaarden. De Raad meent daarom dat onderzocht moet worden of actieve verkweldering daadwerkelijk als betekenisvolle en permanente kustverdedigende maatregel kan worden beschouwd.

Noordoost-Groningen speelt een belangrijke rol in de gas- en energievoorziening van een groot deel van Nederland. De economische betekenis van het gebied komt in de huidige veiligheidsnormen onvoldoende tot uitdrukking en is volgens de Raad tevens in het advies van de Tweede Deltacommissie onderbelicht gebleven. Voor de nieuwe normbepaling wijst de Raad nadrukkelijk op het belang van een juiste inschatting van de directe en indirecte (gevolg)schade voor dit specifieke gebied.

Eilanden en Waddenzee

Zandsuppleties zijn momenteel gericht op het vasthouden van de basiskustlijn. In combinatie met het toelaten van natuurlijke processen en dynamiek op de eilanden kunnen suppleties ook kansen bieden voor het meegroeien van de wadbodem en de (buitendijkse delen van de) eilanden met de zeespiegelstijging en voor de ecologische verbetering van duinen en kwelders. Om deze kansen ten volle te kunnen benutten adviseert de Raad om grootschalige pilots te starten om de benodigde kennis te vergaren om tot optimale suppletiehoeveelheden en -locaties te komen. De eventuele (ongewenste) ecologische effecten van de intensivering van suppleties verdienen nader onderzoek. Daarnaast dient onderzocht te worden welke rol biobouwers via het invangen van sediment kunnen spelen en hoe ze reageren op klimaatverandering.

IJsselmeer

De Raad mist een gedegen onderbouwing van de door de Deltacommissie voorgestelde grootschalige zoetwatervoorziening in het IJsselmeer. Een deel van de toekomstige zoetwaterbehoefte zou gedekt kunnen worden vanuit de regionale watersystemen. Daarnaast kunnen verwachte industriële, technologische en sociaal-economische ontwikkelingen leiden tot een kleinere zoetwatervraag in de toekomst. Geadviseerd wordt om de tijd tot 2015 te gebruiken om op zoek te gaan naar een optimale inrichting van de Afsluitdijk, waarbij zowel de functies en kwaliteiten van het IJsselmeer àls de Waddenzee worden benut en versterkt. Een verbinding tussen de twee internationaal erkende natuurgebieden kan leiden tot versterking van beide.