Visie en focus Waddenfonds

ANWB paddestoel

Aanleiding advies

De regering heeft in 2004 besloten een Waddenfonds in te stellen waaruit extra investeringen ten behoeve van het Waddengebied kunnen worden betaald. In 2007 is het Waddenfonds voor het eerst opengesteld voor subsidieaanvragen, in 2008 volgde de tweede tender. Al vanaf het moment van instelling is er discussie over de te geringe focus van het Waddenfonds, veroorzaakt door het ontbreken van voldoende concreet geformuleerde einddoelen. Dit was voor de Minister van VROM aanleiding om de Raad voor de Wadden advies te vragen over de verdeling van de middelen uit het Waddenfonds. De Raad werd hierbij verzocht streefbeelden op te stellen voor de natuur- en sociaal-economische ontwikkelingen voor de komende 20 jaar en om een onderbouwing te geven van het uitgangspunt dat economische activiteiten slechts voor Waddenfondssubsidie in aanmerking komen wanneer zij bijdragen aan een vermindering van de druk op de natuur.

De Raad heeft conform het verzoek van de Minister een zo beknopt mogelijk advies voorbereid voorzien van een stramien dat leidt tot een meer gerichte inzet van het Waddenfonds. Nadere informatie en achterliggende documenten zijn opgenomen in een achtergrondrapport dat afzonderlijk van het advies is uitgebracht. In het achtergrondrapport wordt ook een uitgebreide omschrijving gegeven van de huidige situatie en de streefbeelden voor 2030 ten aanzien van de vijf programma-onderwerpen die door de Raad zijn voorgesteld.

Streefbeelden en een programmatische aanpak

De Raad heeft op basis van de hoofddoelstelling en het ontwikkelingsperspectief uit de pkb Derde Nota Waddenzee, evenals op basis van andere relevante beleidsrapporten (o.a. het Beheer- en Ontwikkelingsplan) en op basis van eerdere adviezen van de Raad, streefbeelden opgesteld voor het gebied. In de streefbeelden wordt aangegeven hoe het Waddengebied er over 20 jaar uit moet zien. Tevens is de huidige situatie beschreven. Tenslotte is er een programmatische aanpak voorgesteld, waarin de inspanningen omschreven staan die nodig zijn om vanuit de huidige situatie de streefbeelden (over 20 jaar) te realiseren. De volgende programma's zijn daarbij geformuleerd: natuurlijk Waddengebied, identiteit Waddengebied, leefbaar Waddengebied, veilig Waddengebied en duurzame energie. Met het formuleren van deze programma's wordt op een logische en integrale wijze verband gelegd tussen de hoofddoelstelling van het Waddenzeebeleid en de doelen van het Waddenfonds.
De streefbeelden kunnen bereikt worden met zowel Waddenfondsgeld als met regulier beleid en maatregelen. Er is gekozen voor een samenhangend pakket van maatregelen, zodat maximaal kan worden ingezet op elkaar onderling versterkende maatregelen. Op die manier kan in de komende 20 jaar een substantiële bijdrage geleverd worden aan het bereiken van de hoofddoelstelling van het Waddenzeebeleid: 'de bescherming van de natuur en het behoud van het unieke open landschap'.

KADER- Programma's

Natuurlijk Waddengebied

Het programma 'natuurlijk Waddengebied' zet in op een duurzame natuurontwikkeling op het schaalniveau van de hele Waddenzee, gericht op de belangrijkste ecologische eenheden en processen in het watersysteem, het landsysteem en op de overgang tussen beide systemen.

Identiteit Waddengebied

Het programma 'identiteit Waddengebied' zet in op de versterking van de landschappelijke kwaliteiten van het Waddengebied en van cultuurhistorisch waardevolle objecten, structuren, ambachten en gewoonten.

Leefbaar Waddengebied

Met het programma 'leefbaar Waddengebied'  wordt een versterking van de leefbaarheid beoogd door het stimuleren van duurzame economische ontwikkelingen en het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. Het programma is uitgewerkt voor de economische sectoren die het meest kenmerkend zijn voor het Waddengebied, dan wel de grootste betekenis hebben voor de werkgelegenheid.

Veilig Waddengebied

Het programma 'veilig Waddengebied' is gericht op het terugdringen van externe bedreigingen. Het programma is beperkt van omvang omdat veel van de mogelijke ontwikkelingen al in een regulier programma worden opgepakt, of omdat noodzakelijk maatregelen de reikwijdte van het Waddenfonds ver overstijgen, of omdat de problematiek alleen op mondiale schaal effectief kan worden aangepakt.

Duurzame energie

Het programma 'duurzame energie' zet in op de ontwikkeling van het vasteland van Noord-Nederland tot een proeftuin voor duurzame energie-ontwikkelingen, specifiek gericht op kennisontwikkeling en innovatie. Voor de eilanden richt het programma zich op de transitie naar zelfvoorzienendheid.

Voor kennis, de vierde doelstelling van het Waddenfonds, is geen afzonderlijk programma voorgesteld, aangezien de behoefte aan kennis pas wordt bepaald als duidelijk is welk toekomstbeeld wordt nagestreefd. Financiering van onderzoek uit het Waddenfonds is aan de orde als dergelijke onderzoeken kunnen worden gekoppeld aan voorgenomen (subsidiabele) maatregelen.

Prioritering van projecten

In de programma-aanpak hebben projecten die bijdragen aan de hoofddoelstelling voor het gebied evenals projecten die bijdragen aan meerdere doelstellingen uit de Wet op het Waddenfonds en de hoofddoelstelling, een hoge prioriteit. Projecten die enkel bijdragen aan de doelstelling gericht op een duurzame economische ontwikkeling van het gebied hebben een lage prioriteit. Met deze prioritering wordt voorkomen dat het Waddenfonds het karakter krijgt van een generiek regionaal stimuleringsfonds.