Overstromingen hebben grote gevolgen. Die gevolgen zijn omvangrijker dan vroeger: meer slachtoffers en grotere economische schade. Schade aan eigendommen, maar ook maatschappelijke ontwrichting en schade aan economische sectoren, omdat handel en productie stil komen te liggen. Hoge en sterke dijken blijven belangrijk om ook in de toekomst veilig te zijn, maar dat is niet meer voldoende. Ook andere maatregelen zijn nodig. De Raden voor de leefomgeving en infrastructuur pleiten in hun gezamenlijke advies ‘Tijd voor waterveiligheid’ voor het verleggen van de focus van hoogwaterbescherming naar een risicobenadering: voorkomen van overstromingen, beheersen van de gevolgen en voorbereid zijn op noodhulp en herstel.
In het advies pleiten de raden voor een strategie waarin het beperken van overstromingsrisico’s centraal staat en waarin de verantwoordelijke overheden – Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en veiligheidsregio’s – zich permanent inspannen om de waterveiligheid te verbeteren. De staatssecretaris geeft met de aanpak van meerlaagsveiligheid in het Nationaal Waterplan al een goede aanzet voor een risicobenadering. Maar de raden constateren dat in de praktijk het accent met name ligt op hoogwaterbescherming en het voldoen aan de normen voor dijken, en te weinig op de gevolgen voor de veiligheid van het gebied achter die dijken. Ook is er weinig oog voor een snel herstel na een overstromingsramp. Dat vraagt om een perspectiefwisseling in het beleid. Dat vraagt ook om meer duidelijkheid in de verantwoordelijkheden van deze overheden en om een goed samenspel.
Het advies is op 15 september 2011 aangeboden aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de heer J.J. Atsma.