Raadsevaluatie derde zittingsperiode Rli 2020-2024

De raadsevaluatie en de verbetervoorstellen zijn gezamenlijk op 8 oktober 2024 aangeboden aan de ministers van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Cover Raadsevaluatie derde zittingsperiode Rli 2020-2024

Op 1 augustus 2024 eindigde de derde zittingsperiode van de raad, en kreeg de raad een nieuwe samenstelling en een nieuwe voorzitter. Op 27 juni 2024 heeft de raad-in-oude-samenstelling de raadsevaluatie over de derde zittingsperiode vastgesteld. Vervolgens heeft de raad-in-nieuwe-samenstelling voorstellen geformuleerd om het functioneren verder te verbeteren. De raadsevaluatie en de verbetervoorstellen zijn gezamenlijk op 8 oktober 2024 aangeboden aan de ministers van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Totstandkoming

De raad koos ervoor om deze raadsperiode af te sluiten met een zelfevaluatie. Een belangrijk onderdeel van de raadsevaluatie, naast een SWOT-analyse, vormt de externe feedback die wij hebben opgehaald bij (a) gebruikers van onze adviezen, (b) collega-adviesraden en planbureaus, en (c) de vier departementen die zich in de periode 2020-2024 bezighielden met beleidsthema’s in het fysieke domein: de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Economische Zaken en Klimaat (EZK), Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Landbouw Natuurbeheer en Visserij (LNV). 

Uit de raadsevaluatie kwamen zes hoofdbevindingen:

1.    De Rli is gegroeid als autoriteit en heeft ‘convening power’ in het fysieke domein 
Er is een grotere ontvankelijkheid voor onze adviezen bij beleidsmakers en een positievere grondhouding in kabinetsreacties dan in de vorige raadsperiode. Ook worden onze adviezen vaker besproken in de Tweede Kamer. Verder is onze convening power toegenomen: we slagen er beter in om relevante partijen om tafel te krijgen, mede doordat we worden gezien als een waardevolle samenwerkingspartner.

Twee punten verdienen aandacht:
⦁    Er is beperkte differentiatie in de producten van de raad waarbij een standaard werkwijze meestal resulteert in een standaard adviesrapport met aanbevelingen, waar ook een beknopte verkenning of juist een stevig ‘vlaggenschipadvies’ meerwaarde zou kunnen hebben. 
⦁    Veel adviezen worden gezien als beleidsondersteunend en zitten relatief dicht op de agenda van de departementen. Er blijkt behoefte aan meer prikkelende adviezen waarin een fundamenteel ander beleidsperspectief wordt geboden zoals bijvoorbeeld werd geboden in de adviezen Elke regio telt! en - uit de eerste raadsperiode - Mainports voorbij.

2.    Rli-adviezen bevatten inhoudelijk sterke, goed leesbare analyses; aanbevelingen kunnen scherper 
We maakten afgelopen raadsperiode inhoudelijk sterke analyses en we vertaalden deze in goed leesbare adviezen. De toegankelijkheid is versterkt door zowel vormgeving en infographics als de inzet van begeleidende video’s met een korte toelichting bij het advies. De toegenomen productie van vier naar vijf adviezen per jaar is niet ten koste gegaan van de kwaliteit. De adviesonderwerpen zijn relevant en richten zich op de volle breedte van de portefeuille van de departementen in het fysieke domein. Het integraal benaderen van onderwerpen vormt een wezenlijk kenmerk van Rli-adviezen.

Een aandachtspunt betreft de formulering van de aanbevelingen in onze adviezen. Onze aanbevelingen zijn soms vrij algemeen en/of onvoldoende prikkelend. Dit kan consequenties hebben voor de doorwerking ervan. Het concreter en scherper formuleren van aanbevelingen kan helpen om ze ‘onontkoombaar’ te maken.

3.    Doorwerking van Rli-adviezen is aannemelijk, maar niet altijd zichtbaar of aantoonbaar
Adviezen van de Rli hebben doorwerking in politiek-bestuurlijke besluitvorming. Dit gebeurt deels via de adviezen zelf en deels via de uitwisseling met betrokken partijen tijdens de totstandkoming van de adviezen. Onze manier van werken draagt er zo aan bij dat beleidskeuzes meer geïnformeerd kunnen worden gemaakt. Verschillende van onze aanbevelingen hebben bijvoorbeeld hun weg gevonden naar verkiezingsprogramma’s van politieke partijen en naar het Hoofdlijnenakkoord van de partijen in het huidige kabinet.

Tegelijkertijd is de doorwerking van onze adviezen, zoals ook naar voren kwam uit de eerdere raadsevaluaties (Berenschot, 2016; Kwink 2020) lastig exact te meten.

Een aandachtspunt is dat wij onze adviezen na publicatie vaak al snel ‘loslaten’. Dit is deels begrijpelijk, gegeven de beperkte capaciteit die wij beschikbaar hebben voor onze wettelijke taak. En een adviesorgaan heeft niet tot taak om te lobbyen voor de eigen adviezen, maar uit de raadsevaluatie komt naar voren dat het de doorwerking van onze adviezen ten goede kan komen als we na publicatie vaker presentaties houden, bijdragen aan debatten en/of ‘opvolgadviezen’ uitbrengen.

4.    Goede presentatie en begeleidende communicatie ondersteunt doorwerking Rli-adviezen
Sterke presentatie en communicatie inclusief vormgeving en infographics vergroot de zichtbaarheid van Rli-adviezen. Ook de goede timing van (de meeste) adviezen draagt hieraan bij. De communicatieve inzet heeft zich de afgelopen raadsperiode vertaald in een toename van het aantal verzoeken om adviezen toe te lichten voor radio of televisie.

Uit de raadsevaluatie komt onder andere als aandachtspunt naar voren dat de overige producten van de raad (zoals de Podcast-reeks ‘Nederland verbouwt in zeven vragen’) minder bekend zijn dan de adviezen.

5.    Diversiteit aan perspectieven in de advisering is blijvend cruciaal 
Met de vele veranderingen die zich in de samenleving voltrekken is het belangrijker geworden om aandacht te geven aan aspecten die niet direct met onze inhoudelijke expertise zijn verbonden. Aandacht voor burgerperspectieven, ervaringskennis en maatschappelijke sentimenten is bijvoorbeeld van belang. In verschillende adviezen hebben we ons hiermee al beziggehouden. We kunnen dit nog consequenter gaan doen; de samenstelling van onze raad en raadscommissies is daarop toegesneden.

Onze ontvankelijkheid voor verschillende perspectieven blijft een aandachtspunt. Ondanks de stappen die we al hebben gezet om in onze adviezen een veelheid aan perspectieven te integreren, bestaat nog steeds het risico dat wij te eenzijdig adviseren doordat we – onbewust – niet alle geluiden in de samenleving oppikken of begrijpen. Gezien de veelheid aan zorgen, verwachtingen en ideeën bij burgers van nu is het van belang dat we in de komende raadsperiode ontvankelijk blijven voor wat er leeft in verschillende groepen en gemeenschappen.

6.    Rli-werkprogramma: goede onderwerpen maar, externe input voor werkprogramma is beperkt en reactief
Onze programmering resulteert over het algemeen in relevante adviesonderwerpen, met een goede spreiding over het domein van de fysieke leefomgeving. De meeste onderwerpen pakken we ook op een passend moment op. Maar de timing van enkele adviezen was niet optimaal.

Een aandachtspunt is dat de inbreng die departementen leveren voor ons werkprogramma veelal reactief is. In een overleg waarbij ook de directeuren-generaal vertegenwoordigd zijn, kan meer proactief inbreng voor het werkprogramma worden aangedragen. Daarnaast is het belangrijk om voor het samenstellen van het werkprogramma ook gestructureerd inbreng te vragen van verschillende partijen in de samenleving, ook met het oog op het identificeren van kritische adviesonderwerpen voor de langere termijn.

De raad doet vier voorstellen om de taakuitvoering de komende raadsperiode verder te verbeteren.

1. Meer inzet op doorwerking voor adviezen over majeure thema’s
Wij stellen voor om meer focus aan te brengen in de vervolgactiviteiten die wij verrichten om te zorgen dat onze boodschap goed ‘landt’ en opvolging krijgt.

Op dit moment programmeren wij vooral onze adviezen en verkenningen. In de toekomst willen we daarnaast extra inzet plegen op de doorwerking van belangrijke adviezen over grote vraagstukken in de leefomgeving. Op die manier willen we de doorwerking van onze advisering over deze belangrijke thema’s bevorderen. Die doorlopende aandacht kan eruit bestaan dat we met enige regelmaat presentaties of discussiebijeenkomsten blijven verzorgen over het betreffende thema, dat we op een gegeven moment een vervolgadvies uitbrengen en/of dat we doorwerking van het advies over langere tijd analyseren en op basis daarvan extra aanbevelingen doen. Waar zinvol zoeken we bij deze majeure thema’s samenwerking met andere adviesraden.

2. Verbetering totstandkomingsproces werkprogramma
Wij stellen voor om de voorbereiding van ons werkprogramma voortaan elk jaar te beginnen met het organiseren van twee inventariserende sessies: één met de directeuren-generaal van de departementen in het fysieke domein, en één met gebruikers van onze adviezen (decentrale overheden, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen).

Het is onze bedoeling om in deze sessies te horen op welke thema’s beleidsondersteunende adviezen van de Rli gewenst zijn en over welke thema’s we meer prikkelende adviezen zouden kunnen uitbrengen. Daarnaast kan de ideale timing van adviesthema’s aan de orde komen en de keuze van het bijpassende werkproces (verkenning, advies of doorwerkingsproject). De gesprekken kunnen natuurlijk ook aanleiding geven tot het uitbrengen van een tussentijds ongevraagd advies.

3. Inrichting toekomstpanel
Voor de komende raadsperiode van de Rli (2024-2028) heeft het kabinet op 7 juni jongstleden vier nieuwe raadsleden benoemd en acht zittende raadsleden herbenoemd. Parallel hieraan heeft de raad zelf drie nieuwe junior-raadsleden aangesteld. Hiermee bouwen we voort op de goede ervaringen die we de afgelopen twee raadsperiodes hebben opgedaan met junior-raadsleden. De alternatieve perspectieven en nieuwe aandachtspunten die zij hebben ingebracht, hebben de kwaliteit van onze advisering versterkt.

Voor de komende raadsperiode is de raad voornemens tevens een toekomstpanel in te richten bestaande uit ongeveer tien leden die op verschillende momenten aanvullende perspectieven kunnen inbrengen. Onze junior-raadsleden zullen hierin in ieder geval zitting nemen. We zullen het toekomstpanel - als collectief - jaarlijks benutten bij het opstellen van ons werkprogramma en ons jaarverslag. Daarnaast zullen we per adviestraject bekijken welke leden van het panel een relevant aanvullend perspectief kunnen inbrengen.

4. Optimalisering werkprocessen 
De raadsevaluatie bevat enkele observaties die volgens de raad vragen om relatief kleine aanpassingen. Denk aan het integreren van ‘dwarsdenksessies’ of ‘botsproeven’ in onze adviestrajecten om mogelijke conflicten beter zichtbaar te maken, het verbeteren van onze website én het optimaliseren van het inkoopproces van de voor de taakvervulling van de raad cruciale inzet van externe expertise. 

Informatie of reactie

Voor meer informatie over het advies of uw reactie kunt u contact opnemen met de projectleider Joris Stok, joris.stok@rli.nl of +31 6 13246502

Lees de aanbiedingsbrief aan de ministers van IenW en BZK 

Lees de raadsevaluatie 2020-2024 

Lees meer over de Kaderwet adviescolleges (externe link)