Werkwijze

De raad wil met zijn strategische adviezen een agenderende, richtinggevende en voedende bijdrage leveren aan maatschappelijke discussies en politieke oordeelsvorming. De raad doet dit door trends en ontwikkelingen te volgen, maatschappelijke vraagstukken te signaleren en te agenderen. De adviezen komen in een open proces met adviesvragers en maatschappelijk betrokkenen tot stand. De adviezen zijn openbaar en de regering is verplicht te reageren en aan te geven wat zij met een advies doet of gaat doen.

De raad stelt  jaarlijks een werkprogramma op dat wordt vastgesteld door de ministers van IenW, EZK, LNV en BZK.

Raadsleden

De raad bestaat uit twaalf door het kabinet aangestelde leden, inclusief de voorzitter. De leden zijn voor vier jaar benoemd bij koninklijk besluit op basis van hun brede maatschappelijke kennis en ervaring. Zij komen uit de kring van het openbaar bestuur, het bedrijfsleven en de wetenschap.

Junior-raadsleden

De raad heeft twee junior-raadsleden aangesteld. Hiermee wil de raad de kennis en ervaring van jongere generaties laten doorklinken in zijn werk. De junior-raadsleden nemen deel aan alle werkzaamheden van de raad.

Transparante werkwijze

De raad hanteert de ‘Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling’ (pdf, 491kb) die onder meer door de Koninklijke Academie voor Wetenschap (KNAW) is opgesteld. Achtergrond is dat de Rli onafhankelijk adviseert. Als algemene eis geldt dat een commissielid geen direct persoonlijk of financieel belang mag hebben bij een bepaald advies.

Totstandkoming advies

De raad komt maandelijks bijeen. Deze bijeenkomsten vormen het hart van het raadswerk: lijnen voor de adviezen worden uitgezet, het gezamenlijk werkprogramma en de voortgang besproken, de conceptadviezen bediscussieerd en vastgesteld. Voor ieder adviesonderwerp stelt de raad een commissie van raadsleden samen, aangevuld met externe deskundigen. Deze groep, ondersteund door medewerkers van het stafbureau van de raad, bereidt het advies voor. De adviezen komen in een open proces met de omgeving tot stand. Om inzichten, standpunten en informatie te vergaren, oriënteert de raad zich extern door middel van: interviews, werkbezoeken, workshops, discussiebijeenkomsten, expert meetings, rondetafelgesprekken, literatuurstudie, et cetera. Na accordering door de raad zijn de adviezen openbaar.