Veel gebouwen in Nederland zijn gebouwd op instabiele bodem. Daarom krijgen naar verwachting meer dan vierhonderd duizend panden in Nederland funderingsschade. Veel mensen komen daardoor in grote problemen: zij voelen zich onveilig in hun huis of hebben geldzorgen. Als de overheid niet helpt om het probleem op te lossen, lopen de maatschappelijke kosten op den duur op tot ruim 50 miljard en zal de onrust hierover in de samenleving sterk toenemen. Om te voorkomen dat de funderingsproblematiek ontaardt in een funderingscrisis stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Goed gefundeerd’ een nationale aanpak funderingsproblematiek voor.
De Rli zet in zijn adviesrapport de doeltreffendheid van de aanpak funderingsproblematiek voorop. Dat vereist een nationale aanpak, en ook dat de vijf onderdelen daarvan tegelijk worden opgepakt:
1) Zorg voor goede informatie over de staat van de fundering van elk gebouw
De funderingsproblematiek wordt nu onvoldoende aangepakt omdat onduidelijk is welke gebouwen in Nederland precies funderingsschade hebben of nog zullen krijgen. Daardoor wordt (toekomstige) schade aan de fundering niet verwerkt in de woningprijzen en kunnen onwetende kopers en huurders in forse problemen komen. Een belangrijke voorwaarde voor een doeltreffende aanpak van de funderingsproblematiek is dat funderingsinformatie over alle gebouwen in Nederland op korte termijn boven tafel én beschikbaar komt. Over enkele jaren moet die informatie daarom verplicht worden gedeeld bij de verkoop of verhuur van woningen en andere gebouwen.
2) Voorkom funderingsschade
Gemeenten, waterschappen en provincies kunnen veel meer doen om problemen met funderingen te voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door het waterpeil in veenweidegebieden bij bodemdaling niet te verlagen of door in stedelijk gebied te zorgen dat het grondwaterpeil niet te veel varieert. In de voorgestelde nationale aanpak moeten gemeenten en waterschappen binnen enkele jaren voor alle risicogebieden plannen maken en uitvoeren om funderingsschade te voorkomen.
3) Ondersteun eigenaren en huurders
Mensen die nu in een woning met funderingsproblemen wonen krijgen de gevolgen daarvan in volle omvang voor hun kiezen wanneer de informatie daarover beschikbaar is. Daarom moeten overheden, maar ook makelaars, banken en andere betrokken partijen hen optimaal ondersteunen. Zo moet het kabinet een nationaal coördinator funderingsschade aanstellen die zorgt voor een nationaal loket waar getroffen burgers en bedrijven terecht kunnen.
4) Zorg voor subsidie en leenmogelijkheden
Gebouweigenaren zijn eerstverantwoordelijk voor herstel van funderingsschade, maar de overheid moet hen gedurende een overgangsperiode daarbij helpen. Voor funderingsonderzoek, het maken van herstelplannen en het funderingsherstel moet het kabinet de komende twaalf jaar 12 miljard euro ter beschikking stellen. Om te voorkomen dat sommige gebouweigenaren het herstel van hun fundering niet kunnen betalen, moeten de nu al voor hen bestaande leenmogelijkheden worden verbeterd.
5) Verbeter de uitvoering
De nationale aanpak funderingsschade vraagt veel van de bouwbranche. Daarom moet het kabinet met de branche afspraken maken over snelle opschaling van de capaciteit, standaardisatie van werkzaamheden, kwaliteitsborging en innovatie. De Rli beveelt het kabinet aan om hiervoor aanvullend driehonderdzestig miljoen euro uit te trekken.